maandag 31 oktober 2016

Ook nood aan een digitale detox?


Erik Van Vooren

Obesitas en burn-out: twee actuele ziektes van onze moderne westerse wereld. In deze column wil ik even stilstaan bij een bijzondere vorm van obesitas, namelijk: informatie-obesitas. Door de digitalisering is informatie niet alleen altijd en overal 24 op 7 beschikbaar, de toegangsdrempel tot de digitale kanalen is nu zo laag dat iedereen zonder veel moeite of geld zijn eigen gedachten, foto’s of video’s kan delen met de rest van de online samenleving.

Zeker de komst van de smartphone (een toestel dat nog geen tien jaar oud is) heeft ervoor gezorgd dat we altijd en overal verbonden zijn. De smartphone eist niet alleen zijn plaats op het nachtkastje maar ook aan tafel of in besprekingen. Ik zie dagelijks in het verkeer overmoedige mensen die denken dat zij de uitzondering zijn die wel veilig en aandachtsvol kunnen autorijden met een smartphone in de hand (of tussen oor en schouder geklemd).

Digitale Neanderthalers


Ik ben van mening dat zelfs de zogenaamde diginatives eerder digitale Neanderthalers zijn in hun omgang met de digitale media. Zo las ik in mijn krant: “Jongeren sharen alles op Facebook, behalve echte gevoelens.” In een ander artikel las ik dat de social media aanzetten tot het voortdurend vergelijken van je eigen leven met dat van anderen wat zorgt voor een sluimerende onrust en onvrede. Dat werd mooi uitgebeld in een cartoon waarin de ene persoon aan de andere vraagt: “Stel dat je mocht kiezen: wie zou je dan het liefste zijn? Waarop de andere antwoord: “Mijn Facebook profiel. Zij heeft een super-gaaf leven.”
Theo Compernolle zegt in zijn boek “Ontketen je brein” (een aanrader) dat de voortdurende “beeps” en “peeps” van onze smartphone onbewust de paniekzone in ons brein activeren: die zone die in de oertijd bedoeld was om een cruciale beslissing te nemen: “lunch hebben of lunch zijn.”

Nooit meer druk

Geen wonder dat er een nieuwe markt ontstaat van boeken en workshops om te leren onze informatie-obesitas onder controle te krijgen. Op mijn werktafel ligt momenteel het boek van Tony Crabbe: “Nooit meer te druk. Een opgeruimd hoofd in een overvolle wereld.” Een korte bloemlezing uit de verschillende hoofdstukken geeft je een inkijk in de teneur van het boek:
-       Stop met het managen van je tijd
-       Aandachtsmanagement
-       Druk is een waardeloos merk
-       Stop met streven naar meer
-       Van druk naar geluk

Waan en aandacht

Uw aandacht is het waardevolste geworden wat u heeft. Iedereen wil ze. Ons brein is er echter niet voor gemaakt om permanent getriggerd te worden. Eva Berghmans, correspondente 'Waan & aandacht' onderzocht zes maanden lang in De Standaard hoe we weer meester kunnen worden van onze aandacht. Enkele van haar conclusies zijn dat aandacht iets is dat we kunnen trainen en dat zo’n training niet overbodig is in een tijd waarin er zoveel prikkels zijn die je aandacht kapen. Men denkt ook gemakkelijk dat bewust in het leven staan iets is voor zweverige types. Wel integendeel: zij sprak met veel bedrijfsleiders die aangaven dat net het investeren in het bewust trainen van hun aandacht (door bijvoorbeeld mindfulness) hen geholpen heeft om productiever te zijn.


Mentale detox betekent dat jij je opgejutte brein af en toe wat offlinetijd gunt.

dinsdag 25 oktober 2016

Het nut van ademgaten






Als je de houtblokken in de openhaard te compact op mekaar legt, is er geen ruimte voor zuurstof en dooft het vuur. Mensen hebben ook nood aan “ademgaten”. Onze horror vacui (angst voor de leegte) is echter zo groot en het aanbod aan digitale verstrooiing is zo alomtegenwoordig dat wij die ademgaten voortdurend dichtstoppen met digitale stopverf. 

Net in ademgaten schuilt de voedende, helende zuurstof  
en de ruimte om een nieuw perspectief te ontdekken.
 


Dus: leg je smart phone nu even aan de kant, schakel je pc uit en geniet enkele minuten van het natuurlijke ritme van je adem: voel hoe je wijze lichaam weet hoe het moet ademen zonder dat jij dit hoeft aan te sturen, ervaar de deining van de oceaan van het leven in de op en neergaande beweging van je buik...

donderdag 13 oktober 2016

“Wat als ik die kracht niet heb?”


Deze vraag stelde een deelnemer na afloop van mijn presentatie van het K-Perspektief, waarin ik de inzichten beschrijf die ik cadeau kreeg van 22 leidingevenden die kanker hebben doorstaan. Dat is het fijne aan het geven van een presentatie: de vragen van de deelnemers dagen je uit om je gedachten te verduidelijken of te verdiepen. Tijdens een presentatie kom je weg vanachter de veilige be”schermde” omgeving van je computerscherm en kijk je in de ogen van andere mensen.

Mijn zwakte is dat ik niet altijd adrem een antwoord kan bedenken. In die zin ben  ik meer een kamergeleerde: ik heb de rust van mijn werkkamer nodig om in stilte te luisteren naar de antwoorden die in mij opborrelen. Dit is wat de stilte me influisterde.

In de eerste plaats zou ik voorstellen om de vraag te herformuleren door er twee woorden aan toe te voegen:

“Wat als ik die kracht NOG niet ONTDEKT heb?”

NOG
Het woordje nog duidt op hoop, vertrouwen, perspectief dat het alsnog kan komen. Perspectef is één van de  twee stapstenen naar kracht.

ONTDEKT
Ontdekken geeft aan dat de kracht er al is, maar hij is nog bedekt, ik moet hem nog ont-dekken.  Ontdekken wijst er op dat het een proces is. Een proces vraagt tijd, en tijd vraagt geduld. (Je kunt geen baby hebben in 1 maand door negen vrouwen zwanger te maken.) Hoeveel tijd? Daar is geen zivol antwoord op te geven, niet alleen is elke kanker anders, ook elke mens is anders. Misschien helpt het als je het als een echte ontdekkingstocht, een trektocht, een spannende verrassingsreis bekijkt?

Ruimer kijken
De aard van de vraag doet me vermoeden dat de vraagsteller vast zit in zijn of haar kwetsbaarheid, wat zeer begrijpelijk is. Net het erkennen van je kwetsbaarheid is de eerste stapsteen naar je kacht. Denk aan de woorden van Hennig Mankel: “Je kunt pas moedig zijn als je erkent dat je kwetsbaar (angstig, onzeker) bent.”

Vast zitten in je kwetsbaarheid kan twee zaken betekenen. Ten eerste dat jij je erg focust op wat er NIET meer is, op wat je NIET meer kan. Terwijl, door ruimer te kijken, je kan ontdekken dat er zoveel is wat er WEL nog is, wat je WEL nog kan. John Kabat-Zinn, de grondlegger van mindfulness in de medische wereld zei aan zijn deelnemers (meestal mensen met een chronsche aandoening): “Als jij nog zelfstandig kan ademen is er meer goed dan slecht in je lichaam.”

Ten tweede kan vastzitten in je kwetsbaaheid betekenen dat je misschien vast zit aan het verhaal dat jij jezelf daarbij vertelt. Een verhaal in de stijl van: dit zou toch niet mogen, dit is niet eerlijk, dit komt nooit meer goed…

Als je je kwetsbaarheid kan leren zien (het is een proces, weet je nog?) los van het verhaal open je de weg naar aanvaarding. Niet in de zin van fatalisme of berusting, maar in het erkennen van de naakte werkelijkheid, zonder dramatiek. Dan zal je zien dat het durven delen van je kwetsbaarheid (angst, onzekerheid) een eerste prille vorm van kracht inhoudt.

Ik wens het je toe. Maar wees vooral mild en geduldig met je voor jezelf.