maandag 22 augustus 2016




Wat is er zo sociaal aan de “sociale” media?

Ik begrijp niet goed waarom we VTM een “commerciële” zender noemen en Facebook een “sociaal” medium? Of geloven we echt dat Mark Zuckerberg een digitale Pater Damiaan is? Deze new speak camouflagetaal sluipt geruisloos in ons leven en is één van de vele misleidingen van de Digitale Brave New World.

De volgende overwegingen zijn hoogst persoonlijk en niet gestaafd door enig wetenschappelijk of andersoortig onderzoek. Ik kijk dus met belangstelling uit naar jouw mening. 

Laat ik beginnen met een bekend moreel dilemma
Jij staat op een brug boven de spoorweg en ziet hoe een op hol geslagen trein dreigt om een hele familie , vader, moeder en drie kinderen te verpletteren. Op de brug is er een hendel waarmee je de trein kan afleiden naar een zijspoor. Op dat spoor staat één persoon.
Geconfronteerd met dit morele dilemma kiest de meerderheid van de mensen om de hendel om te schakelen en beslist bijgevolg om één persoon op te offeren om een familie te redden.

Vervolgens krijgt men een tweede scenario voorgeschoteld. In dit geval heb je geen hendel om de wissel te bedienen. Je kan de trein wel stoppen door de onbekende persoon die naast jou staat van de brug te duwen.

In dit tweede scenario is het gewetensprobleem veel groter.

Is dit dilemma geen voorbeeld van wat we op de “sociale” media zien gebeuren: je ongezouten mening spuien op Twitter of Facebook is scenario één: je bedient een anonieme digitale hendel. Als de betrokken persoon echter in levende lijve voor jou zou staan (scenario 2) zou je reactie wellicht helemaal anders zijn, want dan commUNIceer je met een mens, niet met een gevoelloos toetsenbord en een scherm. Evengoed zijn de duizenden “likes” niet meer dan het moeiteloos  en veilig omschakelen van een digitale hendel (scenario één). Het geeft je een surrogaat goed gevoel, maar het is toch veel minder echt dan je lijfelijk inzetten voor de betreffende zaak (scenario 2).

In de ban van de digitale dictatuur?
Ga ik te ver als ik zeg dat ik de indruk heb dat “sociale” media - en ruimer gesteld veel van de digitale applicaties en games - leiden tot een digitale dictatuur? Ga ik te ver als ik zeg dat ik de indruk heb dat de digitalisering er geruisloos in slaagt om van mensen gewillige robots te maken, de blik gefixeerd op de virtuele Pokemon monstertjes, zonder oog voor de wereld en de mensen om hen heen? We zijn slaafse, gemakzuchtige  (be)dienaars van de digitale hendeltjes. Bovendien zitten de digitale hendeltjes niet enkel meer in onze broekzak of onze handtas, we dragen ze nu ook om onze pols. De digitale dictatuur heeft ons letterlijk en figuurlijk in haar greep. 

Dus ja: de robots komen er aan: het zijn wij!

Is dit het bekrompen doemdenken van een angstige, ouder wordende man die niet meer “mee is met zijn tijd”? Gedraag ik me even hysterisch als zij die destijds bij de komst van de eerste trein overtuigd waren dat de koeien minder melk zouden geven omdat ze zouden schrikken van dit stomende, sissende monster? Is er niet een tijd geweest dat men eiste dat de trein werd vooraf gegaan door een man met een rode vlag om de mensen te waarschuwen?

Ik wil zeker het kind niet met het badwater weggooien, want ik zie wel degelijk de voordelen van de digitalisering. Alleen moeten we nog leren om er bewuster en doordachter mee om te gaan. Tenslotte zijn we allemaal Digitale Neanderthalers, zelfs de zogenaamde digi-natives. 

Een suggestie voor collega Steven Van Belleghem als opvolger van zijn boek “When digital becomes human”: “When humans become digital robots”.


A small step for man
Door me af te vragen: zou ik de woorden uit mijn tweet of Facebook post ook durven herhalen als ik de persoon in kwestie recht in de ogen kijk? Voor ik iets post op Facebook vraag ik me af wat mijn onderliggende intentie is (*). Wil ik gewoon mijn ego strelen door de wereld te laten zien hoe fantastisch mijn leven (vakantie, restaurantbezoek, kinderen, kleinkinderen) wel is?

Gewoon even bewust stoppen, landen en mijn intentie beluisteren alvorens de “send” hendel te bedienen ervaar ik al als “a smal step for man” met hopelijk  “a giant leap for mankind.”  In een aantal gevallen heb ik zelfs “delete” in plaats van “send” gedrukt. Het schrijven op zich volstond om het stof te laten neerdwarrelen in mijn hoofd en om mijn onderliggende intentie (frustratie, verlangen) te begrijpen.


(*) Mijn onderliggende intentie met deze post is een gevoel, een indruk, een bezorgdheid aftoetsen met andere mensen. 

vrijdag 12 augustus 2016



Komt een vrouw bij de dokter
Mijn indrukken van een beklijvend boek.

Ik las het boek met zeer gemengde gevoelens. Het hoge Jan Cremer en Turks Fruit gehalte stootte me aanvankelijk tegen de borst. Het is een orgie van pijpen, neuken en,pillen. De auteur noemt zichzelf monofoob, m.a.w. hij heeft een afkeer van monogamie. Hij is een arrogante, cynische, seksverslaafde macho en dat is niet meteen het type man waar ik een avondje wil mee doorbrengen. Hij vergelijkt emotionele situaties ook vaak met allerlei voetbalmomenten van Ajax en andere. Enkel zinvol voor insiders, maar omdat ik ook al geen voetbalfan ben (ben ik wel een man?) ontgaat mij de kracht van die vergelijkingen.

Door zijn compacte, soms nerveuze schrijfstijl en de uiterst korte hoofdstukken van amper enkele bladzijden grijpt hij me wel bij de ballen (om in zijn schrijfstijl te blijven) en sleurt hij me door het boek. Naar het einde toe greep het boek me wel bij de keel. Hij beschrijft de laatste dagen, uren en minuten zo aangrijpend, dat ik schroom voelde omdat ik de indruk had dat ik naast hen zat. Ik las de laatste hoofdstukken op het moment dat ik zelf in de wachtzaal in het ziekenhuis zat  waar ik enkele spannende onderzoekingen moest ondergaan. Op een bepaald moment werd de beklemming me teveel en ben ik gestopt met lezen. Ik heb het einde van het boek ’s anderendaags gelezen, thuis in mijn vertrouwde zithoek. En met een stevige knop in de keel.

Hierna volgen enkele zinnen uit he boek die me troffen, o.a. omdat ze aansluiten bij enkele  thema’s uit mijn eigen boek, Het kanker Perspektief, dat in oktober verschijnt, in samenwerking met Kom op tegen Kanker. Maar ook omdat Kluun er in slaagt om de zaken op een meesterlijke wijze te verwoorden.
Ik heb de citaten ondergebracht in enkele van de rubrieken uit mijn boek.

Kordate keuzes

“We degraderen de kanker tijdelijk tot een neutraal project dat we kritisch en haast zakelijk analyseren.”

Kwetsbaarheid & kracht

“Chemotherapie geeft je lichaam een optater en het is de bedoeling dat de kanker nog een grotere optater krijgt.”
“Ik haat die kanker en wat hij met mensen doet. Ik ben woedend, gefrustreerd, machteloos. Ik ben kwaad op mezelf omdat ik kwaad ben. Omdat ik het niet kan accepteren dat Carmen nu eenmaal kanker heeft.”
“Mijn werk is een kankervrije zone.”
“Als alle statistieken onze vijand worden.”

Humor

“”Komt een vrouw bij de dokter en die krijgt te horen dat ze maar een paar maand te leven heeft.”
“In de chemokamer staat een schaal met ontbijtkoek: de ene helft is bebotert, de andere helft kaal, om in de chemosfeer te blijven.”
“Je went er aan, maar leuk wordt het nooit. Het lijkt wel de belastingdienst.”
“Ik lijd aan huilincontinentie.”
“Iemand vol overgave troosten is hetzelfde als je broek laten zakken: je laat jezelf van je intiemste kant zien.”
“Carmen is net zo prikkelbaar als haar pruik.”
“Eigenlijk is het Antoni Van Leeuwenhoek ziekenhuis (gespecialiseerd kankerziekenhuis) net zoiets als de Wallen: van iedereen die je er ziet lopen weet jij waarom hij komt.”

Kwaliteitsvolle relaties

“Lief zijn: het is mijn eergevoel, mijn gevoel van zo hoort het dat me lief maakt. Maar het komt niet vanzelf. Ik moet de liefde uit mijn tenen halen.”
“Al wie ons liefheeft volge ons in onze strijd tegen beter weten in en grijp tezamen met ons deze strohalm.”
“Door de vele gesprekken zijn we weer verliefd geworden.”

Aanvaarden

“Het paradijs is niet meer. Door de chemo te aanvaarden hebben we het rampscenario weggestruisvolgeld. “
“De acceptatie-cascade: chemo, bestraling, amputatie…”
“Mijn adagium: als iets in mijn leven me niet bevalt, verander ik het: werk, relaties, alles. Nu ben ik zwaar ongelukkig en ik kan er niets aan veranderen.”
“Het voordeel van kanker is dat het alles zo lekker relativeert. Je gaat er echt niet dood van als ze verliezen. Voetbal is weer een spelletje.”
“Carmen heeft een overdosis optimisme en een gebrekkig vermogen tot klagen.”
“We geloven niet meer in het toeval. Geloven in het toeval is een belediging voor het leven. Het ging zoals het ging.”

Klare taal

“Amputatie: het is een afschuwelijke verminking. Cup D is nu ground zero.”
“Ik ben niet meer monogaam, maar zerogaam.”

Perspectief zoeken

Samen met Carmen gaat hij op zoek naar een nieuw huis, zodat zij weet waar hij zal wonen na haar dood en zodat hij een nieuw leven kan starten in een nieuwe omgeving.

“De toekomst. Ik kijk er dagelijks naar uit.”



dinsdag 9 augustus 2016




Ik studeer voor dirigent


Zomertijd, festivaltijd.
Zelf organiseer ik quasi dagelijks een mini-festivalletje in stilte. Dan zet ik me met verse moed neer op mijn kniestoel om te luisteren naar het symfonisch orkest in mijn hoofd. Hoe klinken vandaag de pauken van mijn angst, de blazers van mijn vreugde, de cello’s van mijn droefheid, de saxen van mijn weemoed, de nerveuze staccato’s van mijn violen…?

Meestal klinken ze kriskras door mekaar. 
Ze hebben elk hun eigen wil, hun eigen temperament. Toch slaag ik er door de jaren steeds beter in om ze één voor één te beluisteren en te begeleiden. Hoewel er van die dagen zijn dat ik al mijn wilskracht bijeen moet rapen om niet weg te rennen van die rumoerige bende.


Dan  helpt het als ik me herinner dat elk instrument een boodschap voor mij heeft en dat – als ik bereid ben om er mild en openhartig naar te luisteren-  ik besef dat ze muziek SPELEN.