woensdag 9 juli 2014

A cosmic expedition not on TripAdvisor

This morning, before starting up my computer, I granted myself a 20 minutes break to just "be here", without doing anything, without using any special technique except for seeing and feeling what is here now, with an open, nonjudgmental mind. Curious to see what I would discover.
What followed was a kind of a cosmic expedition: the first thing that came into the field of my awareness was my body; feeling the sitting body: feet on the floor, buttocks on the chair, back touching the backrest, hands on my lap, the rhythm of my breath, the coolness of the air on my skin. It saw the image of the planet body orbiting in the spacious field of awareness. (Originally I wrote "in the field of my awareness", but then I am not so sure if the awareness really is mine, so I gave up the word "mine". Which gave me the insight that much of my suffering would dissolve if I more often gave up the words I, me mine - nice song from George Harrison, by the way. )
In the second orbital I saw the planet of sounds: the cars in the street, the rain on the window, the wind in the trees outside my office.
In the third orbital I saw the planet of emotions: mainly the sadness for my poor old mother, suffering from Alzheimer. She is like a Zombie: no memories of the past (she does not know who I am), no hopes for the future. She lost all awareness of time and space. You are nowhere if you are only now here. Then came the next emotion of gratitude for what my mother has been for me, but also gratitude because I am aware that I am aware, even if this awareness brings me sadness.
in the forth orbital was the planet of thoughts: the plans for today, the idea that I would write this text.
The fourth orbital was the tangible outside world: the room, the building, the street, the cars, the people.
The fifth and final orbital in my field of awareness was the intangible outside world: the joy, hope and suffering of the many, many fellow human beings on this planet. First those I will meet today. But also those I won't see today, who don't have a comfortable house like me, who can't start their day with a healthy meal... The pain and sadness of the millions of football fans in Brasil who made their hopes dependent on the succes of others. How often did I put my happiness in the hands of others?
I concluded this expedition with the intention to maintain this field of open, compassionate awareness during the rest of the day. I will let you know tomorrow how well I succeeded.
Traveling in the field of open awareness: you won't find it on TripAdvisor, but I do recommend you to try it. It is fast, cheap, environmental friendly, you don't need to cue and it just takes 20 minutes to discover a fascinating cosmic world.
With love, from me to you,
Erik

donderdag 3 juli 2014

SLOW'en met een glas Cava

In mijn boek "Meer SLOW, minder stress" en op de bijhorende website "'www.meerslow.be" vind je verschillende formele oefeningen om te leren SLOW'en.

Doorheen de dag zijn er echter verschillende momenten waarop je op een meer informele wijze kan leren SLOW'en. Dat kan best plezant zijn. Bijvoorbeeld bij het nuttigen van een glas cava of -als je een ruimer budget hebtchampagne ;-).

De kern van de oefening
De oefening is bedoeld om te leren kijken naar wat  je zintuigen (ogen, oren, neus, mond, handen) echt waarnemen en daarbij opmerken hoe je denkende geest het niet kan laten om zich (vaak ongemerkt) met dit proces van waarnemen te bemoeien door allerlei oordelen te uiten.

SLOW'en is leren je aandacht bewust aan te sturen  en met mildheid  je oordelende geest te observeren, waarbij jij aan de verleiding weerstaat om je op sleeptouw te laten nemen door die denkende geest. In het ontdekken van die mentale ruimte tussen het denken/voelen en het waarnemen ligt je vrijheid en je kracht om te groeien.

Met al je zintuigen
Je kan beginnen met de tastzin te oefenen. Sluit even je ogen. Hoe voelt het glas in je hand? Warm? Koud? Stevig? Glad? Vochtig?

Open nu je ogen en bekijk de vorm van het glas: het gladde oppervlak, de subtiele rondingen, de transparante glaswand.

Bekijk nu de kleur van het drankje: het spel van het licht in het glas. Merk op hoe de kleurschakering subtiel verandert als jij het glas tegen het licht houdt.

Merk vooral op dat er een onophoudelijke bron is van bubbels. Zo is het ook in je geest. Er borrelen voortdurend gedachten en gevoelens in je op. Je kan die gedachtenstroom net zo min controleren als de bubbels in de cava. Je kan wel leren om dit proces van op een zekere afstand te aanschouwen. Dan zal je opmerken dat alle bubbels -net als je gedachten- komen en spontaan weer verdwijnen. Je hoeft niet koortsachtig te proberen om elke bubbel te volgen. Dat is uitputtend en zinloos.

Je kan nu ook het glas even tegen je oor houden. Misschien kan jij de bubbels wel horen?
Vind jij het een belachelijke gedachte  om te luisteren naar een glas cava? Prima. Luister dan niet, maar kijk even naar dat gevoel van "belachelijkheid": waar voel jij dat het sterkst, waar komt dat vandaan?

We naderen stilaan het ultieme moment (dank jezelf alvast voor je geduld): je brengt nu het glas langzaam naar je neus en je observeert welke geuren je neus opvangt: frisheid, de geur van bloemen, vruchten...?  Voel hoe je mond verlangt naar het proeven. Blijf enkele tellen bij dat gevoel van verlangen: waar uit zich dat het sterkst in je lichaam? Komen je speekselklieren al in actie? Voel hoe je mond zich klaar maakt om het eerste slokje te ontvangen.

Voel hoe het koele glas je lippen raakt, hoe de parelende drank de binnenkant van je mond en je tong beroert. Welke smaken neem jij waar? Heb jij meteen doorgeslikt of heb je het drankje nog even in je mond laten verwijlen? Heb jij het gevoel versterkt door zachtjes wat lucht naar binnen te zuigen via een spleetje tussen je lippen?

Hoe voelt het als het zalige vocht door je slokdarm verdwijnt en deel wordt van je lichaam?

Deze oefening vertoont heel wat gelijkenissen met de manier waarop een sommelier een glas wijn of cava proeft. Het voornaamste verschil zit in het feit dat de sommelier het doet om te oordelen terwijl wij dit doen om net dat oordelen waar te nemen zonder er aan vast te zitten.

Geniet SLOW'end van de zomer.


vrijdag 20 juni 2014

Zee zijn met de zee

De vakantie staat voor de deur. Misschien ga jij wel naar één of andere nabije- of verder afgelegen, volkse- of meer mondaine zee?
Dan nodig ik je uit om, terwijl je die grote plas overschouwt, de volgende gedachten te overwegen.

Alle leven komt uit zee. Dus: jij en ik komen uit de zee. Als je daar meer wilt over weten: lees dan "De vis in ons" van Neil Shubin.

De zee is altijd in beweging.
Onze geest is altijd in beweging.
De zee maakt golven, die gaan en komen.
Onze geest maakt gedachten die gaan en komen.
De zee kent hoogtij en laagtij.
Onze geest kent hoogtes en laagtes.
Hoe hevig het ook stormt aan de oppervlakte,
diep beneden is de zee altijd rustig.
Hoe hard het ook waait en stormt in mijn hoofd,
in het diepste van mijn geest is er altijd rust.
Zelfs als ik die rust even niet kan voelen
weet ik dat ze er is,
want ik ben een kind van de zee.

Om dit besef musicaal te ondersteunen raad ik je aan te luisteren naar één van de
pareltjes van Toon Hermans:
Ga met me mee
geef me je hand
samen naar het strand
zee zijn met de zee.

donderdag 19 juni 2014

Mediteren is als voetbal kijken

Woensdag 18 juni.
Het Rosaria stadion in Bever.
Van onze correspondent ter plaatse.

Het lekkere weertje inspireerde de coach om de training buiten te organiseren. Zoals gebruikelijk bij een topteam gebeurde dit op een afgesloten plek, lekker verscholen tussen het groen. Om nieuwsgierige fans en opdringerige perslui op afstand te houden?

Een overgangsritueel
We moesten wel gebogen door een nauw gat in de haag kruipen om het afgesloten graspleintje binnen te treden. Als overgangsritueel kon dat tellen. Voor mij voelde het als een omgekeerde geboorte: alsof ik weer binnensloop in de moederschoot.

De startinstructies van de coach waren niet min.
“Always maintain a joyfull mind.”
Hilariteit alom: haha, die kennen we al. Dat is gewoon copy-paste.
De coach, die zijn papenheimers kent, had deze reactie verwacht.
“Ja, maar, kijk ook eens naar wat erna komt:
 When everything goes wrong, treat disaster as a way to wake up.
Be gratfeful to everyone.
Don’t feel sorry for yourself.”
Slik.

Toen werd het even stil.
Met de woorden: “Laat dit vooral een dag zijn waarin je goed zorgt voor jezelf” doken we de stilte in.

Net zoals bij de Belgen in Brazilië, was de eerste helft voor mij echt zwoegen en afzien. Het graspleintje helt flink wat af, waardoor ik in een verwrongen positie op mijn kniestoel zat. Na amper tien minute begon mijn L3 (mijn zwakste rugwervel) op te spelen. Zou ik dit 45 minuten volhouden? Door even van houding te veranderen kon ik de pijn wat milderen. De rest van de dag heb ik mijn stoel gewoon gedraaid waardoor de zwaartekracht in mijn voordeel werkte en mijn bekken werd gekanteld.

De SS’er in mijn hoofd
Toen de pijn afnam, kwam het middenveld vrij en begon de SS’er in mijn hoofd het spel te domineren. Alvorens je foute gedachten krijgt over mijn politieke sympathieën: mijn SS’er is mijn Scenario Schrijver. Het regende ideetjes die ik zou kunnen gebruiken in de nieuwe workshop die ik volgende week voorstel naar aanleiding van het verschijnen van mijn nieuwe boek. Ik wou dat ik een pen bij de hand had om al die invallen te noteren.

Tot ik me de vraag begon te stellen waarom mijn Scenrio Schrijver zo actief was. Wat schuilt daar onder? Ik wil het goed doen volgende week. O ja, en dan? Omdat ik wil dat de mensen geïnspireerd worden door wat ik vertel? Oh ja, en dan? Omdat ik wil dat de mensen mij graag zien. Oh ja, en dan? Omdat ik die erkenning nodig heb om mijn zelfvertrouwen te voeden? Oh, ja, en dan? En dan heb ik de Mitterand in mijn hoofd genegeerd (et alors?). Intussen waren we al twee zit- en twee stapmeditaties verder.

In de laatste stapmeditatie (het was toen al tegen één uur in de middag) voelde ik een hongergevoel opkomen. Dat gaf meteen aanleiding tot het verlangen naar eten. Gevolg: met extra gespitste oren uitkijken naar het ‘bevrijdend’ signaal van de coach. Bevrijding van wat? Van het verlangen. Haha. Wat een giller. Eens het buikje gevuld komt er gegarandeerd wel een nieuw verlangen.

Een orgie van sensaties
Dus besliste ik na de middag, in de tweede helft, om mijn aandacht te houden bij de lichamelijke prikkels en sensaties: het voelen van het contact met mijn kniestoel, de mysterieuze processen in mijn maag en ingewanden waar de soep, de sla, de tomaten, het brood, de kaas van daarnet worden omgezet in voedende energie, die gretig wordt opgenomen door mijn hele lijf, het zachte briesje dat af en toe mijn lichaam streelde, de warme gloed van de zon op mijn aangezicht, de verkoeling van de wolken die voor de zon schoven -waardoor er voor mijn gesloten ogen een grijze waas verscheen, alsof ik in een mistig landschap was beland-  het vrolijke gezang van de merel, het koeren van de Turkse tortels, het geluid van de houtsnip –dat door mijn talige geest werd vertaald als “ik wil, aandacht; ik wil aandacht”, het geronk van een overvliegend vliegtuig, het getimmer van de vaklui verderop en vooral het niet aflatend geklater van het watervalletje aan de zwemvijver. Het leek wel of ik het water hoorde zingen.

Kortom: de namiddag was een orgie van geluiden en lichamelijke sensaties. En daaronder ontdekte ik een enorme dankbaarheid voor dit lichaam, dat ik tijdelijk mag bewonen. Zelfs de Scenario Schrijver, die normaal altijd commentaar geeft bij de match, werd er stil van. Dit was louter lichaam zijn.

Ik heb de slogan van de coach “be grateful to every one”, uitgebreid met “be grateful to every sound”.

De Geestige Geest
Toen ik de coach na afloop vertelde over de niet aflatende Scenario Schrijver in mijn hoofd zei hij: dat is normaal dat je blijft doordeken: het hart klopt, de longen ademen en de mind is minding. Dat laatste zou ik dan vertalen als: de Geest is Geestig. En dan niet louter in de Gentse betekenis van grappig. De Geestige Geest is soms grappig, soms venijnig, soms blij, som droef.

 Ik was in elk geval blij met mijn Geestige Geest. Zelfs toen ik op de weg terug naar huis weer grandioos verloren reed. Ik ontdekte namelijk een nieuw landschap.

Erik Van Vooren

dinsdag 20 mei 2014

Minder lawaai, meer helende energie

Geluidshinder is weer actueel, dankzij de solo-slim beslissing van staatssecretaris Wathelet om de vluchtroutes boven Brussel te veranderen.

Lawaai is een onderschatte vervuiler. Net zoals geur is het een impuls die je moeilijk kan wegfilteren.  Tenzij je de hele dag met een neusknijper en oordopjes wil rondlopen.

Geluidsvervuiling is een sluipende vervuiler, waar onze bewuste geest misschien aan went. Dat belet niet dat die golven van onrust opgevangen worden door onze onderbewuste geest. Met een sluimerende onrust tot gevolg.

Als ik bij mijn schoonzus, die langs een drukke rijksweg woont, op bezoek ben valt het mij op dat ik iedere voorbijrijdende auto hoor, terwijl zij dat niet meer opmerkt. Toch sluipt dat geluid onopgemerkt binnen.

We lijken te vergeten dat ons brein het resultaat is van  miljoenenjaren lange evolutie. Waar het basisbrein van de eerste mensachtigen 5 miljoen jaar oud is, dan is het amper de laatste honderd jaar dat dit brein weggerukt is uit de stilte en ondergedompeld wordt in een onophoudelijke, alomtegenwoordig poel van lawaai. Procentueel uitgedrukt is het zo dat ons brein 99, 998 procent van de tijd geleefd heeft in een milieu van stilte.

Na ruim 18 jaar actief beoefenen van  meditatie, stel ik vast dat ik gevoeliger geworden ben voor lawaai. Wellicht omdat ik door het mediteren gevoeliger ben voor de signalen van mijn onderbewuste lichaam?

 De wekkerradio gebruik ik nog zelden. Ik wordt meestal spontaan wakker op hetzelfde uur. Bij het ontbijt zet ik nog zelden de radio op. Waar ik vroeger in de auto de radiozender liet beslissen welk lawaai er over mij uitgestort wordt, gebruik ik nu meer mijn ipod om rustiger muziek te spelen.

Toen ik gisteren bij onze zoon Wouter ging werken aan de nieuwe website, had hij Studio Brussel opstaan. Voor hem was het slechts een achergrond geluid, voor mij was het een opmerkelijke bron van onrust. Natuurlijk heb ik geleerd om  al SLOWend met dat geluid om te gaan. Maar dat vraagt flink wat energie die ik bij het werken in stilte kan gebruiken om beter op mijn taak te focussen.

Mijn tip: zet af en toe de radio of tv uit en luister naar de stilte.  Je onderbewuste, opgejutte brein zal je danken met helende energie.

donderdag 15 mei 2014

Laten we samen op expeditie trekken...

Dit is het voorwoord van Ivo Mechels in mijn nieuwe boek Meer SLOW, minder stress. Vanaf begin juni te koop in de boekhandel. Eerste introductieworkshop Meer SLOW op 24 juni om 19u in seminar center Nieuwgoed, Gent-Zwijnaarde. deelnme: 50 euro + boek cadeau. Inschrijven via e-mail naar erik@meerslow.be

Laten we samen op expeditie trekken, een ontdekkingsreis naar de geheimste uithoeken van ons bewustzijn. Daarvoor moet onze uitrusting licht zijn. We laten het allemaal achter: meningen, vooroordelen, conclusies, al de oude meubelen die we meer dan 2000 jaar lang hebben verzameld. Laten we alles vergeten wat we denken over onszelf en vertrekken alsof we niets kennen.”. 

Deze oude tekst van de Indische spirituele leraar Krishnamurti kent een eigentijdse hertaling in het boek van Erik Van Vooren. Net als de Indiër reisde ook Erik een heel stuk van de wereld rond en gaf er lezingen. “Meer Slow, minder stress”, gaat in oorsprong terug tot een keerpunt in Erik’s leven. Het leven kan je soms met een klap omver blazen en dan is het een grote uitdaging om de slag die je te verwerken krijgt, om te zetten tot iets positief. 

Erik toont ons een spiegel doorheen het boek, hij inspireert en plaagt de lezer af en toe met zaken die we allemaal kennen vanuit ons dagelijkse leven, of voor sommigen de dagelijkse “rat-race”. Erik reikt tezelfdertijd praktische oefeningen aan die ons helpen bewust te kijken, bewust te beleven, bewust te zijn van onze ademhaling, los te komen van onze patronen. In zijn kwetsbaarheid toont Erik zich net erg sterk. Hij schrijft vrijmoedig over zijn angsten, zijn fysieke beperkingen na zijn hersentrombose en schildklier- en hartoperatie. Hij is niet te beroerd om ook zijn eigen zoektocht te beschrijven. Daarom wordt alles zo herkenbaar voor de lezer. 

Zoals onze denkende geest: “die denkende geest is als een knagend konijn, altijd op zoek naar iets om op te knabbelen”. Erik stelt de lezer meteen ook gerust: niet erg, het komt erop aan om die denkende geest opmerkzaam te observeren. Precies dat is één van de kernpunten van het “Slow”-boek: opmerkzaamheid, en milde open aandacht ook. 

Toen ikzelf op een groot keerpunt in mijn leven stond, ben ik een training rond mindfulness gaan volgen bij dokter Edel Maex. Erik neemt heel wat positieve zaken over uit deze in het boeddhisme gewortelde meditatietechniek. 

Het “Slow”-boek helpt dan ook om op tijd en stond afstand te nemen van alle reutemeteut die op ons afkomt. Het is een praktisch boek, met meditatie-oefeningen die ons leren bewust worden van wat we voelen, zonder te veroordelen of te beoordelen. Erik’s boek begint en eindigt met een verwijzing naar bergbeklimmen, “het Slow-pad op de flanken van de Mount Awareness”. Die verwijzing is heel terecht. 

Diegenen onder u die al eens een berg hebben beklommen, weten dat je dit stap voor stap doet, rustig en bedaard telkens de volgende voet zetten waar hij opnieuw steunt vindt op de grond, bewust van elke stap en van ons “zijn”. Erik’s boek blaakt van vertrouwen en optimisme. We hebben allemaal keuzevrijheid. Willen we zoals in het lied van Herman Van Veen “rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan…” of willen af en toe eens “nuttig niksen”. “Slow” biedt precies die uitnodiging om mentaal uit de ratrace te stappen, om eens echt niets te doen, behalve aandachtsvol samen te ZIJN met jezelf. 

We leven te veel in een “Doe-maatschappij”, toch zijn we geen “human doing”, wel een “human being”. Door te zijn en de zaken te benoemen, ook onze gedachten en gevoelens te benoemen, worden we bewuster en veel opmerkzamer. Door die verhoogde opmerkzaamheid zien we meer, voelen en ruiken we meer, gaan we bewuster om met ons lichaam, ons eten en zoveel andere dagelijkse dingen. Het “Slow”-boek is een aanrader voor iedereen die onbevangen en open in de wereld wil staan en mildheid aan de dag wil leggen, zowel ten aanzien van zichzelf als van zijn/haar omgeving. Ik raad het je graag aan.

Ivo Mechels, directeur Test-Aankoop vzw
27 april 2014

donderdag 8 mei 2014

De woelige stilte

De tocht zelf naar onze maandelijkse stilte-afspraak is voor mij al een onderdeel van het verstillingsproces. Eens ik in Wetteren de snelweg verlaten heb, slinger ik me door het heuvelachtig landschap van Zottegem en Geraardsbergen. Zelfs het hemelse Hemelveerdegem ligt op mijn route. Je zou voor minder in een poëtische stemming komen. Mijn autotocht eindigt in het smalle steegje voor de deur van het Rosario.



Hier begint het tweede deel van de tocht: de reis naar binnen.

Voor we in de stilte gaan, is er eerst tijd en ruimte om te luisteren naar wat ons de afgelopen tijd heeft beziggehouden. Zo kon ik kennis maken met drie nieuwkomers. (De vorige stilte afspraak heb ik namelijk gemist door een geknelde rugzenuw.) In principe is ons groepje nu 9 man en 2 vrouwen sterk. 8 ervan waren present.

Blijkt dat sommigen een mentaal uiterst turbulente tijd doormaken. Waarbij ze voor de aartsmoeilijke keuze staan: hou ik me schuil tot deze storm uitgeraasd is of moet ik meteen veiliger oorden opzoeken? Anderen worstelen er mee dat het moeilijk lukt om de stilte te integreren in de hectiek van elke dag. Waardoor ze af en toe hun eigen grenzen overschrijden en ongewild de mensen kwetsen die hen dierbaar zijn.

Drie poorten

Geïnspireerd door Eckhart Tolle stelde onze meditatiebegeleider voor om vandaag drie mogelijke poorten te onderzoeken om tot verdieping te komen. Om dan vanuit die verdieping te kijken naar wat er omgaat in ons binnenste.

De eerste poort is het lichaam.
Niet enkel de buitenkant maar ook de binnenkant. Door bijvoorbeeld met nieuwsgierige aandacht naar de binnenkant van mijn handen te kijken, besefte ik hoe mijn kloppende hart er voor zorgt dat zelfs de topjes van mijn vingers ononderbroken gevoed worden met zuurstofrijk bloed. Ik zag in mijn verbeelding een voedende levensstroom die ontspringt in mijn hart en die zich vertakt in mijn hand, zoals de delta van de Nijl. Ik was me intens bewust van de levensenergie in mijn hand.

De tweede poort is de stilte.
Daarvoor is het Rosario natuurlijk een gedroomde plek. Behalve het tsjilpen van de vogels, het koeren van de duiven en de klok van het dorpskerkje heerst er een bijna tastbare stilte op deze plek. Het was vooral de bedoeling om de stilte te verkennen die onder alle geluid schuilt. Want zonder de stilte als drager is er geen geluid.

De derde poort is de aanvaarding.
Dit is de bereidheid om los te laten en te zijn bij wat zich van moment tot moment aandient in onze geest, zonder het af te wijzen of er aan te hechten.

Toen we dan gingen zitten om de stiltedag te starten, had ik het gevoel dat ik aan de oever van een immense oceaan zat. Ik ervoer een diepe vreugde omdat ik de komende zes uur ongestoord in die oceaan kon gaan duiken. Geen scuba diving, maar mind diving.

Tot mijn geest begon te woelen.

De draaikolken van het denken zorgden voor een verraderlijke onderstroom die er keer op keer in slaagde om mijn opmerkzame aandacht mee te zuigen. Telkens ik dit opmerkte bracht ik mijn aandacht terug naar het voelen van de levensenergie in mijn lichaam. En hoe scherper dit gevoel werd in mijn aandacht, hoe meer ik ook de stilte kon ervaren. Het ene vloeide naadloos over in het andere. Dat voelen van de stilte werd op den duur zo intens dat het leek alsof mijn lichaam verdampte in die immense ruimte, zoals een klontje suiker in een warm kopje thee. Of zoals de bloesem van de appelboom door de wind verstuift in de weidsheid van het landschap. In die “verruiming” van mijn zijn was er ook  overdadig veel ruimte voor aanvaarding, waardoor het woelen van mijn geest langzaam luwde.

En dan steekt bijna onvermijdelijk het verlangen de kop op: ik wil dat dit blijft duren. Toen de belletjes het einde van de stiltedag aankondigden, dacht ik even “jammer dat het voorbij is”, tot ik in een flits besefte: dit hoeft niet voorbij te zijn. Ik kan op elk moment die drie poorten betreden. Misschien niet zo intens zoals ik nu heb ervaren in de ideale context van het Rosario. Maar zelfs als in het leven van elke dag de grote poorten maar kleine luikjes zijn –of zelfs maar nietige spiongaatjes- dan nog loont het de moeite om even stil te staan en er door te kijken.

Met deze bedenking reed ik terug naar Gent. Deze keer niet langs Hemelveerdeghem, want een verwarrende wegomlegging zorgde ervoor dat ik flink verloren reed en uiteindelijk pas in Erpe-Mere op de snelweg terechtkwam. Wat nog maar eens bewijst: wat ’s morgens nog een evidente lijkt, is dat ’s avonds al lang niet meer.