Woensdag 18 juni.
Het Rosaria stadion in
Bever.
Van onze correspondent
ter plaatse.
Het lekkere weertje
inspireerde de coach om de training buiten te organiseren. Zoals gebruikelijk
bij een topteam gebeurde dit op een afgesloten plek, lekker verscholen tussen
het groen. Om nieuwsgierige fans en opdringerige perslui op afstand te houden?
Een overgangsritueel
We moesten wel gebogen
door een nauw gat in de haag kruipen om het afgesloten graspleintje binnen te
treden. Als overgangsritueel kon dat tellen. Voor mij voelde het als een
omgekeerde geboorte: alsof ik weer binnensloop in de moederschoot.
De startinstructies van
de coach waren niet min.
“Always maintain a
joyfull mind.”
Hilariteit alom: haha,
die kennen we al. Dat is gewoon copy-paste.
De coach, die zijn
papenheimers kent, had deze reactie verwacht.
“Ja, maar, kijk ook eens
naar wat erna komt:
When everything goes wrong, treat disaster as
a way to wake up.
Be gratfeful to everyone.
Don’t feel sorry for
yourself.”
Slik.
Toen werd het even stil.
Met de woorden: “Laat dit
vooral een dag zijn waarin je goed zorgt voor jezelf” doken we de stilte in.
Net zoals bij de Belgen
in Brazilië, was de eerste helft voor mij echt zwoegen en afzien. Het
graspleintje helt flink wat af, waardoor ik in een verwrongen positie op mijn
kniestoel zat. Na amper tien minute begon mijn L3 (mijn zwakste rugwervel) op
te spelen. Zou ik dit 45 minuten volhouden? Door even van houding te veranderen
kon ik de pijn wat milderen. De rest van de dag heb ik mijn stoel gewoon
gedraaid waardoor de zwaartekracht in mijn voordeel werkte en mijn bekken werd
gekanteld.
De SS’er in mijn hoofd
Toen de pijn afnam, kwam
het middenveld vrij en begon de SS’er in mijn hoofd het spel te domineren.
Alvorens je foute gedachten krijgt over mijn politieke sympathieën: mijn SS’er
is mijn Scenario Schrijver. Het regende ideetjes die ik zou kunnen gebruiken in
de nieuwe workshop die ik volgende week voorstel naar aanleiding van het
verschijnen van mijn nieuwe boek. Ik wou dat ik een pen bij de hand had om al
die invallen te noteren.
Tot ik me de vraag begon
te stellen waarom mijn Scenrio Schrijver zo actief was. Wat schuilt daar onder?
Ik wil het goed doen volgende week. O ja, en dan? Omdat ik wil dat de mensen
geïnspireerd worden door wat ik vertel? Oh ja, en dan? Omdat ik wil dat de
mensen mij graag zien. Oh ja, en dan? Omdat ik die erkenning nodig heb om mijn
zelfvertrouwen te voeden? Oh, ja, en dan? En dan heb ik de Mitterand in mijn
hoofd genegeerd (et alors?). Intussen waren we al twee zit- en twee
stapmeditaties verder.
In de laatste
stapmeditatie (het was toen al tegen één uur in de middag) voelde ik een
hongergevoel opkomen. Dat gaf meteen aanleiding tot het verlangen naar eten.
Gevolg: met extra gespitste oren uitkijken naar het ‘bevrijdend’ signaal van de
coach. Bevrijding van wat? Van het verlangen. Haha. Wat een giller. Eens het
buikje gevuld komt er gegarandeerd wel een nieuw verlangen.
Een orgie van sensaties
Dus besliste ik na de
middag, in de tweede helft, om mijn aandacht te houden bij de lichamelijke
prikkels en sensaties: het voelen van het contact met mijn kniestoel, de
mysterieuze processen in mijn maag en ingewanden waar de soep, de sla, de
tomaten, het brood, de kaas van daarnet worden omgezet in voedende energie, die
gretig wordt opgenomen door mijn hele lijf, het zachte briesje dat af en toe
mijn lichaam streelde, de warme gloed van de zon op mijn aangezicht, de
verkoeling van de wolken die voor de zon schoven -waardoor er voor mijn
gesloten ogen een grijze waas verscheen, alsof ik in een mistig landschap was
beland- het vrolijke gezang van de
merel, het koeren van de Turkse tortels, het geluid van de houtsnip –dat door
mijn talige geest werd vertaald als “ik wil, aandacht; ik wil aandacht”, het
geronk van een overvliegend vliegtuig, het getimmer van de vaklui verderop en
vooral het niet aflatend geklater van het watervalletje aan de zwemvijver. Het
leek wel of ik het water hoorde zingen.
Kortom: de namiddag was
een orgie van geluiden en lichamelijke sensaties. En daaronder ontdekte ik een
enorme dankbaarheid voor dit lichaam, dat ik tijdelijk mag bewonen. Zelfs de Scenario
Schrijver, die normaal altijd commentaar geeft bij de match, werd er stil van. Dit
was louter lichaam zijn.
Ik heb de slogan van de
coach “be grateful to every one”, uitgebreid met “be grateful to every sound”.
De Geestige Geest
Toen ik de coach na afloop
vertelde over de niet aflatende Scenario Schrijver in mijn hoofd zei hij: dat
is normaal dat je blijft doordeken: het hart klopt, de longen ademen en de mind
is minding. Dat laatste zou ik dan vertalen als: de Geest is Geestig. En dan
niet louter in de Gentse betekenis van grappig. De Geestige Geest is soms grappig,
soms venijnig, soms blij, som droef.
Ik was in elk geval blij met mijn Geestige
Geest. Zelfs toen ik op de weg terug naar huis weer grandioos verloren reed. Ik
ontdekte namelijk een nieuw landschap.
Erik Van Vooren
Geen opmerkingen:
Een reactie posten