donderdag 8 mei 2014

De woelige stilte

De tocht zelf naar onze maandelijkse stilte-afspraak is voor mij al een onderdeel van het verstillingsproces. Eens ik in Wetteren de snelweg verlaten heb, slinger ik me door het heuvelachtig landschap van Zottegem en Geraardsbergen. Zelfs het hemelse Hemelveerdegem ligt op mijn route. Je zou voor minder in een poëtische stemming komen. Mijn autotocht eindigt in het smalle steegje voor de deur van het Rosario.



Hier begint het tweede deel van de tocht: de reis naar binnen.

Voor we in de stilte gaan, is er eerst tijd en ruimte om te luisteren naar wat ons de afgelopen tijd heeft beziggehouden. Zo kon ik kennis maken met drie nieuwkomers. (De vorige stilte afspraak heb ik namelijk gemist door een geknelde rugzenuw.) In principe is ons groepje nu 9 man en 2 vrouwen sterk. 8 ervan waren present.

Blijkt dat sommigen een mentaal uiterst turbulente tijd doormaken. Waarbij ze voor de aartsmoeilijke keuze staan: hou ik me schuil tot deze storm uitgeraasd is of moet ik meteen veiliger oorden opzoeken? Anderen worstelen er mee dat het moeilijk lukt om de stilte te integreren in de hectiek van elke dag. Waardoor ze af en toe hun eigen grenzen overschrijden en ongewild de mensen kwetsen die hen dierbaar zijn.

Drie poorten

Geïnspireerd door Eckhart Tolle stelde onze meditatiebegeleider voor om vandaag drie mogelijke poorten te onderzoeken om tot verdieping te komen. Om dan vanuit die verdieping te kijken naar wat er omgaat in ons binnenste.

De eerste poort is het lichaam.
Niet enkel de buitenkant maar ook de binnenkant. Door bijvoorbeeld met nieuwsgierige aandacht naar de binnenkant van mijn handen te kijken, besefte ik hoe mijn kloppende hart er voor zorgt dat zelfs de topjes van mijn vingers ononderbroken gevoed worden met zuurstofrijk bloed. Ik zag in mijn verbeelding een voedende levensstroom die ontspringt in mijn hart en die zich vertakt in mijn hand, zoals de delta van de Nijl. Ik was me intens bewust van de levensenergie in mijn hand.

De tweede poort is de stilte.
Daarvoor is het Rosario natuurlijk een gedroomde plek. Behalve het tsjilpen van de vogels, het koeren van de duiven en de klok van het dorpskerkje heerst er een bijna tastbare stilte op deze plek. Het was vooral de bedoeling om de stilte te verkennen die onder alle geluid schuilt. Want zonder de stilte als drager is er geen geluid.

De derde poort is de aanvaarding.
Dit is de bereidheid om los te laten en te zijn bij wat zich van moment tot moment aandient in onze geest, zonder het af te wijzen of er aan te hechten.

Toen we dan gingen zitten om de stiltedag te starten, had ik het gevoel dat ik aan de oever van een immense oceaan zat. Ik ervoer een diepe vreugde omdat ik de komende zes uur ongestoord in die oceaan kon gaan duiken. Geen scuba diving, maar mind diving.

Tot mijn geest begon te woelen.

De draaikolken van het denken zorgden voor een verraderlijke onderstroom die er keer op keer in slaagde om mijn opmerkzame aandacht mee te zuigen. Telkens ik dit opmerkte bracht ik mijn aandacht terug naar het voelen van de levensenergie in mijn lichaam. En hoe scherper dit gevoel werd in mijn aandacht, hoe meer ik ook de stilte kon ervaren. Het ene vloeide naadloos over in het andere. Dat voelen van de stilte werd op den duur zo intens dat het leek alsof mijn lichaam verdampte in die immense ruimte, zoals een klontje suiker in een warm kopje thee. Of zoals de bloesem van de appelboom door de wind verstuift in de weidsheid van het landschap. In die “verruiming” van mijn zijn was er ook  overdadig veel ruimte voor aanvaarding, waardoor het woelen van mijn geest langzaam luwde.

En dan steekt bijna onvermijdelijk het verlangen de kop op: ik wil dat dit blijft duren. Toen de belletjes het einde van de stiltedag aankondigden, dacht ik even “jammer dat het voorbij is”, tot ik in een flits besefte: dit hoeft niet voorbij te zijn. Ik kan op elk moment die drie poorten betreden. Misschien niet zo intens zoals ik nu heb ervaren in de ideale context van het Rosario. Maar zelfs als in het leven van elke dag de grote poorten maar kleine luikjes zijn –of zelfs maar nietige spiongaatjes- dan nog loont het de moeite om even stil te staan en er door te kijken.

Met deze bedenking reed ik terug naar Gent. Deze keer niet langs Hemelveerdeghem, want een verwarrende wegomlegging zorgde ervoor dat ik flink verloren reed en uiteindelijk pas in Erpe-Mere op de snelweg terechtkwam. Wat nog maar eens bewijst: wat ’s morgens nog een evidente lijkt, is dat ’s avonds al lang niet meer.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten