Er zijn van die dingen die je eerst zelf moet
meemaken om ten volle te beseffen wat ze betekenen. Kleinkinderen behoren tot
die categorie.
De afgelopen zes jaar hebben onze beide zonen
en schoondochters elk twee kinderen op de wereld gezet. Wij zijn dus vier keer
opa en oma: één kleinzoon en drie kleindochters.
Elk zo verschillend. Elk met bepaalde uiterlijke-
en karaktertrekjes van hun ouders en grootouders. Het wonder van de genetische
levensketting. Overdrijf ik als ik zeg dat ik die band lijfelijk kan voelen?
Ik denk dat ik ontdekt heb waarom ze alle vier
zo graag bij Oma en Opa komen.
Neen, we verwennen ze niet (louter) met snoepjes,
drankjes en speelgoed. We verwennen ze met aandacht, met OMA-aandacht:
Openhartige (nieuwsgierige, verwonderde, dankbare) Milde (liefdevolle,
geduldige, begrijpende) Aandacht.
Maar ook
met aandacht voor de nodige balans, om te vermijden dat ze overpamperde
ettertjes worden. Mildheid is geen excuus om niet te berispen. We begeleiden ze
met OPA: Ontwikkelen van hun Persoonlijke Aansprakelijkheid. Aansprakelijkheid
tegenover broertjes en zusjes, mama en papa, opa en oma, de vriendjes en
vriendinnetjes.
OMA en OPA zijn vraagt wel wat energie. Daarom is het zo fijn dat het enkel een deeltijdse verantwoordelijkheid is. We zien ze graag komen maar we voelen eerlijk gezegd een zekere bevrijding als ze weer vertrekken. Zoals zoveel zaken in het leven is het een proces van eb en vloed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten