dinsdag 16 juni 2015

Ben ik echt de enige die dit absurd vindt?




Afgelopen zondag: een zonovergoten schoolpleintje met in het midden een heus podium overspannen met een stijlvol zeil. Rondom tafeltjes met trotse ouders en nog trotsere grootouders, in het heerlijke lommer van de bomen. Het is bijna een idyllisch tafereel, dit schoolfeestje aan de rand van Gent, ware het niet voor (wat volgt mag je met luide, krijsende stem lezen) HET AFSCHUWELIJKE, PIJNLIJKE LAWAAI VAN DE BOENKEBOENKE MUZIEK DIE WEERKLINKT UIT DE OVERSIZED GELUIDSBOXEN. De dj (duivelse jenner?) is duidelijk in zijn sas.

Onmogelijk om een deftig gesprek te voeren. Misschien is dat de bedoeling?

Ik heb een sterk vermoeden dat op alle geluidstafels ter wereld de volumeknop vastgeroest staat op MAX. Of minstens dat ze op elke dj school leren dat kwaliteit gelijk staat met decibels kwantiteit.

De oplossing?

Eerder dan het geluid wat zachter te zetten, worden de mensen aangemoedigd om oordopjes te dragen. (Je krijgt ze zelfs gratis bij je lijfblad Humo.)
Oordopjes? Je oren afsluiten om muziek te beluisteren? 

Is dat niet even absurd als je uurwerk stilzetten om tijd te sparen? 

Is dit niet symptomatisch voor de cultuur van deze tijd, dat we de problemen niet in de kern aanpakken, maar zoveel mogelijk de oude gewoontes behouden door te rommelen in de marge. Teveel auto’s? Zeker niet de fiscaal vriendelijke bedrijfsauto’s aanpakken, wel extra rijvakken op de snelwegen.

Ben ik echt de enige die dit allemaal nogal absurd vindt?

Is dit niet de wereld op zijn kop?
Hebben wij echt zo’n schrik van stilte, of van stillere muziek? Geloven we wij echt, zoals onze verre voorouders, dat we de boze geesten kunnen verjagen door lawaai te maken?
Met gehoorbeschadiging tot gevolg. Maar geen nood: want de Heilige Technologie kan ons helpen met gehoorapparaten en -voor de ergste gevallen- een implantaat.

Hoe heilzaam -dat wil zeggen: helend, heel makend- is het om af en toe de stilte op te zoeken. Misschien kan je met onderstaande luisteroefening zelf even de rijkdom van het luisteren ervaren. Het duurt amper drie minuutjes. In concert termen: het is een korte dj set. Het helpt als je een ruimte kan opzoeken (desnoods het toilet of je auto in de parkeergarage), waar je de komende drie minuten niet gestoord zal worden.

Laat toe dat je ogen sluiten.
Dat maakt het gemakkelijker om je te focussen op geluiden. Van de ruim 11 miljoen bits aan informatie die onze zintuigen opvangen, komen bijna 10 miljoen bits van onze ogen.

Breng je aandacht naar wat je nu hoort.
Ik nodig je uit om in drie stappen wat je hoort te onderzoeken.

Stap 1: bekijk de auditieve kwaliteit van wat je hoort: gebrom, gefluit, stemmen, gezoem, zacht of luid, scherp of dof, toenemend of afnemend? Geef gedurende één minuut je volle aandacht aan het het horen van deze kwaliteiten

Stap 2: welke gedachten of gevoelens borrelen er op in de slipstream van deze geluiden: aangenaam of onaangenaam, storend of neutraal? Welke associaties: een bus, een vogel, een vrachtwagen? Misschien herinnert het horen van een auto je eraan dat jij vandaag met je auto naar de garage moet? Misschien roept het horen van een stem een emotie op die jij voelt tegenover de persoon bij wie die stem hoort? Geef gedurende één minuut je volle aandacht aan de stroom van gedachten en emoties. En als er geen gedachten of emoties zijn, geef dan je aandacht aan de blanke stilte.

Stap 3 vraagt iets meer concentratie: probeer je bewust te zijn van de ruimte waardoorheen de geluidsgolven zich bewegen, het veld (of de ether, zo je wilt) die het geluid draagt; die het mogelijk maakt dat het geluid van de bron tot bij jou komt, het veld dat je verbindt met de geluidsbron. Kijk nu hoe dit veld zich eindeloos ver uitstrekt voor jou, achter jou boven jou en aan de zijkanten. Schenk gedurende één minuut je aandacht aan hoe jij hier zit in dit immense veld, hoe jij die immense ruimte ervaart.


Zo mooi, zo rijk, zo verrassend kan aandachtsvol luisteren zijn.

vrijdag 12 juni 2015

Wat is je favoriete tijd?




Laatst kwam er na mijn lezing “Meer SLOW, minder stress” een man naar mij toe die zei: “Jij hebt niets gezegd over tijd.”

De man was een uiterst gedreven -en wellicht succesvol uitbater- van een Italiaans restaurant, annex wijnbar, aan de Belgische kust. Hij slaapt amper vijf uur per nacht, heeft suikerziekte en bekende dat hij af en toe een glas teveel dronk. “Wat wil je, als je een wijnbar uitbaat” voegde hij er met een knipoog aan toe. Hij vond mijn verhaal interessant, maar...

“ik zou graag weten hoe ik een “doosje met tijd kan maken.

De Paul McCartney in mijn persoonlijkheid zorgt ervoor dat ik in zo’n situatie altijd diplomatisch beleefd blijf, hoewel ik hem in alle eerlijkheid zou moeten zeggen dat zijn afgematte lichaam hem ooit de rekening zal presenteren. Dan zal hij wel tijd moeten maken, als het al niet de “final call” wordt, met de eeuwige rust als gevolg.

Hij is de buffer die alle schokken opvangt
Toch begrijp ik het dilemma van deze man, die al van zijn 17 jaar hard werkt. Het is zijn zaak, gebouwd met zijn zweet. En als een medewerker ziek is of een baaldag heeft, of als een groep gasten in zijn restaurant gezellig blijft natafelen met een glaasje grappa en daarbij de tijd uit het oog verliest, is hij altijd degene die een tandje moet bijsteken. 

Ik besef nu dat ik hem had moeten vragen of hij elke dag wel de tijd had om naar het WC te gaan. Dat hij op dezelfde manier elke dag tijd zou kunnen maken, al was het maar tien minuten, om naar het MC te gaan. MC: mental cleaning. Even de wilde, woeste geest tot rust laten komen. Door de ligging van zijn zaak kan hij daarvoor gebruik maken van een uniek, krachtig hulpmiddel: de zee.  Hij vertelde dat het gebeurde dat hij soms in geen zes maanden de zee zag.

Ik ben zeker dat, als ik de man een tovermiddel kon aanreiken om een extra uur per dag er bij te krijgen, hij binnen de kortste keren dat uur ijverig zou volproppen.

Drie soorten tijd
Als mens hebben we de keuze tussen activitijd en passivitijd (neen, dit is geen schrijffout). Onze cultuur, persoonlijkheid, opvoeding, levenservaring maakt dat wij vooral de activitijd als nuttige tijd beschouwen. Luiheid is tenslotte het oorkussen van de duivel, niet?

We MOETEN bezig zijn, want dat is de enige zekere weg naar succes 
en (zo hopen we) geluk. Human doings, geen human beings.


Terwijl de passivitijd net toelaat om de fundamenten van de activitijd te versterken. Passivitijd is geen verloren tijd. Net zo min als een koe niet continu graast, maar zich geregeld  neervlijt in het gras om te herkauwen. Hoe jij de balans tussen passivitijd en activitijd in je leven brengt is een kwestie van prioritijd. Dat betekent: tijd om af te wegen afwegen van wat echt waardevol is voor jou. Durven kijken naar wat schuilt onder de angst voor passietijd, de verslaafdheid aan activitijd.

Wat kikkers ons kunnen leren



Laatst hoorde ik in de tv-serie Topdokters hoe de innemende en uiterst gedreven dokter Topal, expert in de behandeling van de meest hopeloze aller kankers, het verhaal vertelde van de twee kikkers die in een kom melk vielen. Ik maakte me de bedenking dat ik nog twee andere verhalen ken waarin kikkers de hoofdrol spelen.

Misschien ken je ze al alle drie. Belangrijk is de vraag: hoe vertaal jij deze “parabels” in je eigen leven?

De kikker in het kokend water
Zet een kikker in een pot met koud water dat je zeer langzaam aan de kook brengt en de kans is groot ( aldus de legende) dat de kikker gezellig blijft zitten tot hij levend wordt gekookt. De temperatuur stijgt zo geleidelijk dat de kikker zich van geen kwaad bewust is. Integendeel: hij vindt het warme subtropische gevoel best aangenaam.
Terwijl: als je een kikker in een pot met kokend water gooit hij er, volgens dezelfde legende, meteen zal uitspringen.

Hoe vaak zitten wij zelf niet onbewust in een situatie waarvan we de ware toedracht niet (meer) beseffen. Ik denk aan het materiële comfort waar we in het Westen zo aan gewoon geraakt zijn, dat we het als een “evidentie”, ja zelfs een verworven recht beschouwen. Terwijl wij vanuit het perspectief van amper drie of vier generaties terug, ons in een hemel op aarde bevinden. 

Ook omgekeerd laten we ons soms onbewust meesleuren in de steeds hogere verwachtingen en eisen die anderen –of wijzelf- aan onszelf stellen zodat we geleidelijk, zonder het te beseffen al onze energie opgebruiken. Met de bekende burn-out als gevolg.

Ik merk ook hoe de mobiele digitale media geruisloos onze leefwereld binnensluipen, binnenkort zelfs aan onze pols (Apple watch) en op onze neus (Google glasses). Geleidelijk bereiken we een kantelpunt waarbij wij niet meer de technologie gebruiken, maar de technologie ons gebruikt.

In dezelfde lijn is het verhaal dat Björn vertelde bij de start van onze Stiltedag in Metanoia, afgelopen woensdag. In een zoo in Canada zat een tijger jarenlang opgesloten in een enge ijzeren kooi met enkel een betonvloer. Dag in dag uit liep de tijger heen en weer in de kooi. Tot er werd beslist te investeren in een meer natuurlijke habitat, met bomen,  gras en een heuse vijver. Alleen zat de arme tijger zo vast in zijn oude patroon dat hij al na enkele weken een looppad had uitgesleten in het gras, precies op de maat van de kooi waar hij jarenlang had in verbleven.

De ontnuchterende kracht van de stilte is dat ze je confronteert met de vaste patronen in je geest. Je bent er zo mee vertrouwd dat je ze in het dagelijkse leven niet meer opmerkt. Tot de stilte je op meedogenloos wijze met de neus op de feiten duwt. Af en toe een bijzonder ongemakkelijke ervaring.

Drie kikkers aan de rand van de vijver
Dit verhaal hoorde ik ooit, jaren geleden, van een collega-spreker op een congres in Sydney, meer bepaald in Darling Harbour. (Geef toe: wie wil er niet naar een congres op een plek met zo’n romantische naam?)

Aan de rand van de vijver zaten drie kikkers. Een van de drie beslist om in het water te springen. Hoeveel kikkers zitten nu nog aan de rand van de vijver?
Wiskundige geesten zeggen: twee, want drie min een is twee.
Biologen zeggen: geen een, want de kikker is een kuddedier en die twee volgen gewoon het voorbeeld van hun ene soortgenoot.
De werkelijkheid is dat er nog altijd drie kikkers aan de rand van de vijver zitten, want de kikker heeft wel beslist om te springen, maar hij heeft zijn beslissing nooit uitgevoerd.

Herkenbaar?
Mijn lijstje met niet uitgevoerde beslissingen is al behoorlijk lang: ik ga meer tijd maken om te mediteren; ik ga meer bewegen, ik ga meer op mijn voeding letten…

De twee kikkers in de kom met melk
Dit laatste verhaaltje is zowat de samenvatting van de twee vorige. Twee kikkers vallen in een kom met melk. Aanvankelijk spartelen ze allebei zeer heftig. Tot de ene kikker zegt: dit is hopeloos, ik geef het op. Waarna hij verdrinkt. (Om de magie van het verhaal in stand te houden moet je maar even aannemen dat ook kikkers kunnen verdrinken). De andere kikker blijft naarstig verder trappelen tot, door het hevige karnen, de melk verandert in boter en hij probleemloos uit de kom kan springen.

Zo’n dag in stilte is een dag kijken naar (en vooral voelen van) het karnen van de geest. En soms denk ik ook dit is zinloos, wat zit ik hier te doen, ik voel helemaal geen vooruitgang. Tot er plots, korte momenten zijn waarop de melk even boter wordt. Maar de drukte van het leven doet de boter gauw weer smelten. Dus: blijven karnen is de boodschap.

Afspraak na de zomer om weer om de zes weken samen te karnen.  Het is een feit: het gaat gemakkelijker als je niet alleen in de kom met (zure) melk zit, als je ziet dat de persoon naast jou even hard zit te karnen
.

Niet enkel beslissen, maar vooral doen.

woensdag 27 mei 2015

Hoe tevreden ben jij met de rust, stilte en het geduld in je leven,?



Rust…
om op adem te komen en te recupereren van het drukke bestaan: werk, verkeer, gezin.
Bij mijn kinderen zie ik een paradoxaal gedrag. Om te recupereren van het harde werken en van de drukte van de kinderen, voelen zij de nood om “eens uit de bol te gaan, alle remmen los te gooien” of om op city-trip te gaan naar Berlijn of Barcelona. Activiteiten die wellicht zorgen voor een ontlading van de opgebouwde stress, maar die het lichaam niet meteen in een recuperatie modus brengen. Waardoor men half uitgeslapen weer aan de werkweek begint.

Stilte
… om de overprikkelde zintuigen te laten recupereren.
Altijd is er Q-music op de achtergrond of – nog erger- staat de televisie op. De beeldbuis produceert niet alleen geluid, maar ook bewegende beelden die een onweerstaanbaar aanzuigeffect hebben op mijn primitieve brein. Door intensiever te mediteren ben ik blijkbaar extra gevoelig geworden voor die onophoudelijke stroom van auditieve- en visuele prikkels. Zo valt het me meer en meer op hoe luidruchtig sommige restaurants zijn. Een groep mensen klinkt soms als een meute krijsende meeuwen. Komt daar nog bij dat veel restaurants totaal geen aandacht hebben voor de irriterende muziek die zij hun klanten serveren. Allemaal prikkels die onbewust en onopgemerkt even schadelijk als een soort fijn stof ons lichaam en onze geest bezoedelen en belasten.

Geduld…
met jezelf en de anderen.
Gebrek aan geduld is één van mijn grote zwaktes. Aan het verkeerslicht, in de wachtrij, tijdens een langdradig gesprek: telkens voel ik een impulsieve opstoot van ongeduld.
Het paradoxale effect van mijn meditatiepraktijk is dat ik me nu sterker dan vroeger bewust ben van die impuls. Het verschil is dat vroeger mijn lichaam en mijn geest gekaapt werden door die irritatie. Met boosheid of minstens norsheid tot gevolg. Nu merk ik die irritatie op, kijk ik er nieuwsgierig naar hoe ze opborrelt, hoe ze zich via het inmiddels bekende pad verspreid in mijn lichaam. Maar nu slaag ik er steeds beter in om een mentale ruimte te bewaren, waardoor ik me niet verzet tegen- en ook niet meega met dat gevoel. De irritatie is er, ik herken ze, ik geef ze ruimte, waardoor er automatisch minder wrijving en spanning is.

Jezelf (en dan vooral je overprikkelde zintuigen) de ruimte gunnen om geduldig in stilte te rusten, dat is wellicht de beste remedie tegen de SP-verslaving (Sensoriële Prikkeling) van deze tijd. Zoals Viktor Frankl al heeft vastgesteld:

“Tussen stimulus (prikkel) en respons zit een ruimte.
In die ruime schuilt je kracht om je respons te kiezen.
In die respons schuilt je groei en je vrijheid.”


Net als voor het versterken van (spier)kracht, vereist het ontwikkelen van deze mentale kracht tijd om te trainen.
Rust, stilte en geduld: drie schaarse (en dus waardevolle) eigenschappen in deze tijden van overvloed.

dinsdag 5 mei 2015

Een wow moment

Zoals veel mensen hou ook jij wellicht van het leven.

Het leven: dat grote mysterie. We sturen sondes naar kometen en planeten in de hoop inzicht te krijgen in de oorsprong van het leven. We turen met Hubble in “deep space” om te speuren naar leven buiten onze melkweg. We dromen er van om mensen naar Mars te sturen.

Typisch menselijk om vooral aandacht te hebben voor het extreme, het onbereikbare, het verre. Waardoor we vergeten contact te maken met het nabije leven. Ik deed het deze morgen in amper tien minuten.

Ik nam plaats op mijn kantoorstoel en sloot mijn ogen.
Eerst maakte ik verbinding met het stilstaan, even afstand nemen van het doen, de verstilling binnentreden.

Dan maakte ik verbinding met het leven in mijn lichaam, voelbaar via mijn ademhaling.

Daarna maakte ik verbinding met het leven rondom mij: het geluid van mijn huisgenoten, de auto’s in de straat bestuurd door mensen, de vogels in de boom vlakbij mijn raam, het leven van de stad die ontwaakt… Door de geluiden van het leven binnen te laten stond ik in verbinding met al dat leven.

Ik besefte dat leven altijd een cyclisch proces is: in- en uitademen, eb en vloed, tijd voor moesson en tijd voor droogte, geboren worden en sterven, vol zijn van gedachten en emoties en vol zijn van leegte…

Ik besefte vooral dat ik door verbinding te maken 
met het leven in mij, 
ik ook verbinding maakte 
met alle leven, met HET leven. Wow.