zondag 29 maart 2020


Quarantaine: vriendschap sluiten met een verwaarloosde bondgenoot.

Ik beken: ik ben bang. Als man van 66 met een medisch dossier dat qua dikte kan concurreren met een uit de kluiten gewassen telefoonboek behoor ik tot de "risicogroep met onderliggende aandoeningen.”

Ik zit nu al bijna drie weken rustig thuis met mijn lieve vrouw.  We komen dagelijks een half uurtje buiten om te fietsen of te wandelen in de buurt. We houden afstand met de medemensen en wassen geregeld onze handen. We wonen gelukkig vlakbij enkele van de mooie natuurparken rond Gent: het landschapspark van Vinderhoute en de Bourgouyen-Ossemeersen. Ook de open ruimte van de watersportbaan is amper tien minuten fietsen van ons thuis.

Ik slaap gewoonlijk vrij goed. Toch is het de afgelopen weken een paar keer gebeurd dat ik ’s nachts plots wakker schiet en een rilling voel in mijn lichaam. Meteen tast ik naar mijn voorhoofd? Zou ik koorts hebben? 

En dan ontvouwt zich – in de duisternis en stilte van de nacht- de rampenfilm in mijn hoofd

Ik lig alleen op de intensive care afdeling, zonder mijn vrouw of familie, snakkend naar adem, druk op de longen, een op hol geslagen hart. Een ervaring die ik twintig jaar geleden al eens meemaakte toen ik in een glazen box lag in de CCU (de hartbewakingsunit) van het OLV Ziekenhuis in Aalst. Rond mijn bed stond een groepje dokters die me bezorgd aankeken: “Mijnheer Van Vooren je hebt een haemathorax: je bent ergens aan het bloeden in je longen, we weten niet waar en ook niet waarom.”

In die tijd was Transcendente Meditatie de enige meditatietechniek die ik kende. Door de persoonlijke mantra die mijn leraar me destijds had geschonken te blijven herhalen slaagde ik er (soms) in om een beetje rust in mijn hoofd te krijgen, maar als dat niet lukte was ik extra droevig.

Inmiddels ben ik al vele jaren vertrouwd met de vipassana of inzichtsmeditatie, die ik via de mindfulness trainingen en retraites heb ontdekt. 

Die aanpak heeft me geleerd om met een stabiele, alerte, openhartige en milde aandacht te kijken naar de verhalen die mijn creatieve geest me als een volwaardig soap scenario schrijver voorschotelt.

Ik begin met contact te maken met mijn lichaam: hoe lig ik hier nu in mijn bed, hoe voelt het contact van de matras, het donsdeken, het hoofdkussen? Hoe voelt mijn adem? Waar in mijn lichaam voel ik die rillingen? Nemen ze toe of nemen ze af of blijven zeg gelijk? Waar voel ik die onrust: in mijn adem, in welke lichaamsdelen en spieren? 

Als ik zo geland ben in het zuiver gewaarzijn van mijn lichaam zet ik in mijn hoofd als het ware een stap achteruit en kijk ik naar de beelden, gedachten emoties alsof ik vanuit een zetel naar een TV scherm kijk. Ik doe geen poging om wat zich op het scherm afspeelt weg te zappen, maar ik blijf het verhaal ook niet voeden, ik zie ook de lege ruimte rondom het scherm. 
Zo ontstaat in mijn hoofd en eigenlijk in mijn hele lichaam
een op ruimte, waarin het TV scherm alsmaar kleiner wordt.

Mijn denkende geest dankt mijn lichaam voor de signalen die het geeft en belooft om die signalen niet extra te versterken met allerlei doemscenario’s. Er is angst en dat is OK. Soms gebeurt het dat mijn lichaam en mijn geest dan wat rustiger worden. Ik benoem dat dan als rust. Soms blijft er onrust en dan benoem ik dat als onrust, maar dan bekeken vanuit het veel ruimer, minder beklemmend perspectief van mijn openhartig bewustzijn. 

De onrust is er nog altijd, minder als een vreselijke Hulk,
meer als een bliep op een radarscherm
.

Zo ontdek ik keer op keer die waardevolle bondgenoot die ik in mijn dagelijkse druk-denk-doe-oordeel-veroordeel-modus heb verwaarloosd: mijn zuiver bewustzijn. Die bondgenoot schuilt in elk van ons, het is een onderdeel van ons menszijn, zelfs als je nog nooit een mindfulness training hebt gevolgd. De training biedt je wel de nodige hulpmiddelen om even minutieus en behoedzaam als een archeoloog de bovenlaag van de denkende geest weg te krabben om daaronder je bondgenoot van het zuiver bewustzijn te ontdekken. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten