“Dit is een cadeau voor mezelf.”
Dat was mijn antwoord op de vraag van Björn wat mijn verwachtingen waren bij het begin van onze dag in de Nobele Stilte. “Een cadeau dat ik behoedzaam en nieuwsgierig ga uitpakken, om me te laten verrassen door wat eruit komt.”
Verder gaf Björn ons het advies om vooral te luisteren naar onze interne GPS. Net zoals Waze of Tomtom vindt deze interne GPS altijd de weg naar huis. En als we op die weg al eens verkeerd rijden, volgt er geen tirade van verwijten maar is het antwoord steevast: route wordt her berekend en binnen de kortste keren zet de GPS ons weer op het juiste pad naar huis. Björn voegde er nog een boeddhistische wijsheid aan toe die zegt:
“Denk eraan, de hindernissen zijn de weg.”
Bij de nabespreking ’s avonds kon ik vertellen dat het uitpakken van het geschenk mij een dubbel gevoel had gegeven: enerzijds was het gemakkelijk geweest en net daardoor was het anderzijds ook weer een moeilijke dag. Dat kwam zo.
Tijdens het eerste deel van de dag had ik zeer duidelijk verbinding met de onderstromen die mijn leven aansturen en die ervoor gezorgd hebben dat ik hier nu, op deze plek, met deze mensen ben aanbeland.
Een eerste stroom is mijn grote nieuwsgierigheid.
Niet in de zin van “curieuzeneuzen”, maar in de zin van leergierigheid, graag ontdekken, exploreren, verkennen. Vandaar onder meer mijn behoorlijk uit de kluiten gewassen bibliotheek, mijn regelmatig bezoek aan inspirerende websites zoals TED of Wisdom 2.0. En mijn huidig professionele statuut van Spirituele Nomade.
Een tweede onderstroom is het plezier dat ik beleef aan het kunnen delen met en de dienstbaarheid voor anderen.
Zo was ik in mijn studententijd jarenlang actief als vrijwilliger bij de Bouworde. De afgelopen jaren was ik vrijwilliger bij Tele-Onthaal (een bijzonder boeiende, verrijkende ervaring binnen een prachtig team van tientallen vrijwilligers die dag en nacht, 24 op 24, 7 op 7 zorgen voor een luisterend oor) en als chauffeur bij de Minder Mobielencentrale. Ook het schrijven van boeken en het geven van voordrachten wordt gevoed door mijn drang om te kunnen delen, mensen te mogen prikkelen.
Een derde onderstroom is mijn behoefte aan vrijheid, flexibiliteit en (kinderlijke) spontaneïteit.
Vandaar dat ik in het eerste jaar van mijn professionele loopbaan zo ongelukkig was. Ik was goed op weg om een bankier te worden, zat in een nine to five job in een oubollige verstarde bank in een nog ouder, statig pand, waarvan ik me vooral het krakend parket herinner en mijnheer Bourgeois, de norse man met zijn vlijmscherpe Clarck Gable snorretje. Op zijn bureau lag ‘het boek’ waarin we bij aankomst ’s ochtends onze naam moesten inschrijven. Klokslag om halfnegen trok mijnheer Bourgeois met een venijnig genoegen een rode lijn onder de naamlijst. Als je later aankwam moest je dus noodgedwongen onder de rode lijn tekenen. Dat register bracht hij dan klokslag om negen uur naar de personeelsdienst. Als je naam regelmatig onder de rode lijn stond, kreeg je een waarschuwing. Begrijpelijk dat het telefoontje waarin prof. Jos Van Acker mij op een ochtend in oktober aanbood om zijn assistent te worden op het seminarie voor marketing van de Universiteit Gent in mijn herinnering gegrift staat als mijn V-day. Eindelijk weer de vrijheid om te studeren, te onderzoeken en te doceren.
Tijdens de zitmeditatie zag ik hoe al die stromen langzaam samenvloeien in een immense oceaan. Dat is de plek waar ik me nu in bevind: in een zee van tijd, ruimte en rust. In mijn hart voel ik dat ik thuisgekomen ben.
Dat was het makkelijke deel van de dag.
Daarna (kort voor de middag) begon het moeilijke deel. Want die ruimte, die vrijheid is fijn, maar ook zo leeg, zo roerloos. Dus kwam er verveling en twijfel. Heeft dit nog wel zin. I have arrived, so what? In de namiddag heb ik de stapmeditaties benut om met open blik en open hart één te worden met de prachtige omgeving. Ik was getroffen door de gulheid, de uitbundigheid, de dartelheid, de ongedwongenheid, de chaos van de natuur. Het geduld ook waarmee de paardenbloem in het gras staat wachten tot haar witte zaadwolkjes (hoe heet zoiets eigenlijk?) meegedragen worden door de wind om weer nieuwe paardenbloemen te worden. De oceaan was niet meer leeg, maar vol zichtbaar en onzichtbaar, hoorbaar en onhoorbaar leven.
Die orgie van overvloed aanschouwen zorgde voor een heerlijk warm gevoel.
Tot plots het besef kwam: ik ben nu 65 jaar. Mijn vader overleed op 73, na een jarenlange lijdensweg in bed. Mijn moeder eindigde haar leven met grote gaten in haar geheugen tot alles, inclusief de naam en herkenning van mij en mijn zus, verdween in de grijze mistwolk die Alzheimer heet. Hoeveel goede, gezonde en bewuste jaren heb ik nog te goed? Ik hoop op een tiental, maar als ik zie hoe snel de afgelopen tien jaar voorbijgegaan zijn, is dat eigenlijk maar een peulschil. En zo maakte de vreugde en de vrijheid even plaats voor weemoed en vooral het besef dat er zonder twijfel op de oceaan nieuwe stormen zullen opduiken, evengoed als ik misschien nog nieuwe eilandjes zal ontdekken. Daarom is het goed om de veerkracht en de wendbaarheid van mijn zeilen te blijven oefenen. Zelfs al is de oceaan nu windstil.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten