Het nut
van verveling
Het is niet ongebruikelijk dat ik tijdens mijn
formele meditatiebeoefening af en toe verveling ervaar, niet alleen als ik een
volledige dag in stilte mediteer, maar soms ook tijdens de kortere
oefenmomenten. Verveling kan zich natuurlijk evengoed manifesteren doorheen de
dag: in de wachtrij aan de kassa, de wachtzaal bij de dokter, het wachten op de
trein, tram of bus…
Eerder dan boos te zijn op de verveling, treed
ik ze tegemoet en kijk ik of ik kan voelen of zien wat er onder die verveling schuilt.
Twee bedenkingen borrelden spontaan op: verveling is verzet tegen wat er nu is
en verlangen naar wat er nog niet is.
Waarom
verzet tegen wat er nu is?
Omdat ik nu niets te DOEN heb, dus verzet
tegen het niet-doen. Een soort horror vacui. Wat is er hier en nu dan wel?
Alle aspecten van mijn mens-zijn zijn er: mijn hartslag, ademhaling, lichaamstemperatuur,
spijsvertering, mijn bewustzijn… Dus is verveling dan onvrede met of verzet
tegen mijn mens-zijn? Nee toch?
De kraamkliniek
Ik ervaar dat, als ik die onvrede toelaat, er
ruimte ontstaat waardoor dat wat dieper in mij sluimert zich kan tonen. Wat
dieper in mij schuilt is een verlangen om nuttig te zijn, zinvol te zijn. Net
door dat verlangen toe te laten, niet op zoek te gaan naar verstrooiing gebeurt
het wonder en krijg ik inspirerende inzichten (zoals dit tekstje).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten