woensdag 29 november 2017

We have all the time in the world.



Tijdens de autorit naar de Stiltehoeve Metanoia, werd ik overvallen door de vraag “wat is tijd?” omdat ik wist dat ik die dag weer wat tijd zou doorbrengen in de Edele Stilte.

Zowel tijdens de zit- als de stapmeditatie popte die vraag geregeld weer bij mij op. Ze werd meteen gevolgd door een aantal losse gedachten, die ik die met een glimlach benoemde als “clustergedachten.”

Tijd is meetbaar
Voor de denkende geest is het antwoord op de vraag vrij simpel, de tijd laat zich immers meten in seconden, minuten, uren, dagen, weken, jaren. En, zoals ik aan mijn studenten jarenlang vol overtuiging heb verkondigd: meten is weten, gokken is dokken en gissen is missen. Mijn denkende geest wist me dus perfect te melden dat ik die dag welgeteld zeven en een half uur in stilte zou mediteren, wat neerkomt op 450 minuten of 27.00 seconden. Vanuit het klassieke timemanagement perspectief is zeven en een half uur niets zitten doen niet meteen een optimale tijdsbesteding. Maar, is dat niet een zeer eendimensionale visie op tijd?

Tijd is ook een proces
 Niet in de betekenis van een juridisch proces (hoewel onze denkende geest geen kans onbenut laat om de tijd te benutten om te oordelen, over onszelf en de anderen.) Het is een proces in de betekenis van een bijvoorbeeld een gistingsproces dat druiven omzet tot wijn of een oxidatieproces dat ijzer omzet in roest. Een proces dat wonden kan helen of doen etteren. Dat emoties kan verzachten of versterken, gedachten kan opfokken of dimmen.

Tijd is eveneens ruimte.
Een ruimte waarvan onze denkende geest meent dat die moet gevuld worden, net zoals kranten hun pagina’s moeten vullen en radio- en televisiestations hun zendtijd. Zo vullen we Facebook, Twitter of Pinterest. De afgelopen jaren is de digitale ruimte die moet gevuld worden wel flink geëxplodeerd. We komen tijd te kort. Raar toch dat we denken dat VRIJE tijd ook altijd GEVULD moet worden.

Tijd is vooral aandacht
De aandacht die ik geef aan de ruimte waarin het proces van mijn leven zich afspeelt. Vanuit dit perspectief is het klinkklare onzin om te spreken over de tijd die al achter mij ligt of de tijd die nog voor me ligt. De tijd is alTIJD hier, ik ben alTIJD in de TIJD, dus ik ben de tijd…


Bij die gedachte hield ik tijdens de stapmeditatie glimlachend halt midden in de Bosmans zaal. In mijn hoofd hoorde ik Louis Armstrong zingen “We have all the time in the world.” In mijn ooghoeken zag ik hoe mijn Metanoia fellows traag, bewust, gedisciplineerd en plechtstatig voortschreden. Zouden zij Louis ook kunnen horen?

Twee simpele woordjes maken een wereld van verschil




Zoals je hierboven kan zien kleurde de einder dreigend rood bij het begin van onze dag in de Edele Stilte in de Stiltehoeve Metaonia.

De voorbode van een verhelderende ervaring?  

Om te starten nodigde Björn ons uit om een dubbele vraag te beantwoorden: Wat heb ik achtergelaten om naar hier te komen en wat hoop ik hier te vinden?

De teneur was dat we meestal een pak werk hadden achtergelaten op kantoor. Zoals iemand zei: “Ik had tientallen redenen om niet te komen en toch ben ik hier omdat ik besef dat ik het nodig heb.” Verder hoopte men vooral rust en helderheid te vinden. Zelf was ik bij het begin van de dag benieuwd tot welke dans mijn denkende geest mij zou uitnodigen: een rustige slow of een opzwepende samba?

Waarop Björn als naar gewoonte antwoorde: “Weet dat wat je hier zal vinden, misschien niet datgene is wat je gehoopt had te vinden.’

Stabiliteit en afstand
In zijn inleiding nodige hij ons uit om de training te beginnen met het aanscherpen van onze focus en stabiliteit. Het gewaarzijn van het zittend lichaam gecombineerd met het rijzen en dalen van de adem dienen daarbij als anker. Pas als de onrustige geest voldoende gestabiliseerd was, konden we onze blik verruimen om te zien en te benoemen wat zich op dat moment manifesteerde: vermoeidheid, onrust, twijfel, plannen, verdriet…

De gouden tip was om dat benoemen telkens te beginnnen met de woorden: er is… 
In de zin van: er is twijfel, er is onrust… en niet ik twijfel of ik ben onrustig.

Twee knopjes
Die twee simpele woordjes maken werkelijk een wereld van verschil, want ze zorgen voor afstand, voor ruimte. Ik wordt niet meegesleurd door die gedachten of emoties, maar ik neem ze waar. En als het te heftig is kan ik altijd terugkeren naar mijn anker van focus en stabiliteit. Iemand zei na afloop: “Dankzij die twee knopjes van focus en afstand, zag ik op een bepaald moment mijn gedachten als een kunstwerk dat ik projecteerde op een muur. Ik plaatste er een kader rond en begon dan te spelen met de belichting. Zo kon ik het felle spotlicht langzaam dimmen tot de gedachte helemaal verdween.”

Als je de tijd neemt om te stoppen en te landen word jij je vooral bewust van de veranderlijkheid, de onvoorspelbarheid en de onbeheersbaarheid van de realitet, zowel binnen als buiten jezelf. Zo werd ik me plots bewust dat, hoewel we allemaal schijnbaar stil zaten, op dit eigenste moment de aarde onder ons aan ruim duizend zeshonderd kilometer per uur rond haar as draait en aan honderdduizend kilometer per uur rond de zon.  

Clustergedachten
Verder ervoer ik die dag een kettingreactie van filosofische reflecties, waarbij één gedachte explodeerde in verschillende bijgedachten. Ik benoemde dit op een bepaald moment als: er is clusterdenken. Dat woordje, dat zo maar uit het niets opborrelde deed me glimlachen. Zo zag ik de hele dag hoe tientallen clustergedachten zich ontpopten, niet met een luide knal zoals een dodelijke clusterbom, maar in slow motion en geruisloos als het teder ontluiken van een bloem.  Telkens keek ik naar die bloemetjes met een dankbare glimlach.

’s Middags na de maaltijd heb ik, tegen mijn gewoonte in, een aantal van die woordjes toch genoteerd, om de angst weg te nemen dat ik ze misschien zou vergeten. Die woordjes zijn de zaadjes voor mijn volgende blog over de tijd….

maandag 27 november 2017






Gevangen in de toekomst?

The day after tomorrow (Peter Hinsen), Customers the day after tomorrow (Steven Van Belleghem), Wat als we morgen honderd jaar worden? (Dirk Schyvinck) dit zijn enkele van de boeken die mijn marketing vakgenoten de afgelopen maanden hebben geproduceerd. Voeg daar nog bij de fascinatie voor Tomorrowland en je zal misschien begrijpen waarom ik me wat onwennig voel bij dat hitsig uitkijken naar de toekomst.

Goed, beter, best… de trappen van vooruitgang. Zijn we niet te veel gebiologeerd door de best-trap ergens ver weg, waardoor onze hunkerende blik geen oog heeft voor de goed-trap waar we NU op staan? (Tot het noodlot die trap plots onder onze voeten wegrukt.)

Op zo’n momenten ben ik geneigd te denken dat Jean Cocteau wellicht gelijk had toen hij zich afvroeg of de vooruitgang niet een voortschrijdende vergissing is.

Is die eeuwige onrust de tol van de cognitieve revolutie, die volgens Yuval Noah Harari (Sapiens) zo’n 70.000 jaar geleden begon? De dictatoriale dominantie van het denken?

Wanneer maken we ruimte en tijd voor het simpele gewaarzijn van het nu-moment,
zonder meer? Het leven zoals het NU is.

Kijk naar het dierenRIJK, de eendjes aan de vijver, de koeien in de weide en je zal begrijpen wat het mensDOM onderweg verloren is. Lees bijvoorbeeld– naast de bovenvermelde boeken – ook eens de Schaduw van de verlichting, van Eddy Van Tilt.


Samen met de goed-beter-best-trappen zorgen de snel-sneller-snelst-trappen ervoor dat we gewoon geen tijd hebben om de vooruitgang echt te beleven. Want het GOED van vandaag is het BEST van eergisteren. En nu al sloven ze zich in Cupertino en in China uit om overmorgen de (nog) betere opvolger van de iPhone X te produceren. 

Het is een wedstrijd die je niet winnen kan.
 (Bram Vermeulen)