Tijdens de autorit naar de Stiltehoeve Metanoia, werd ik overvallen
door de vraag “wat is tijd?” omdat ik wist dat ik die dag weer wat tijd zou
doorbrengen in de Edele Stilte.
Zowel tijdens de zit- als de stapmeditatie popte die vraag geregeld
weer bij mij op. Ze werd meteen gevolgd door een aantal losse gedachten, die ik
die met een glimlach benoemde als “clustergedachten.”
Tijd is meetbaar
Voor de denkende geest is het antwoord op de vraag vrij
simpel, de tijd laat zich immers meten in seconden, minuten, uren, dagen,
weken, jaren. En, zoals ik aan mijn studenten jarenlang vol overtuiging heb
verkondigd: meten is weten, gokken is dokken en gissen is missen. Mijn denkende
geest wist me dus perfect te melden dat ik die dag welgeteld zeven en een half
uur in stilte zou mediteren, wat neerkomt op 450 minuten of 27.00 seconden. Vanuit
het klassieke timemanagement perspectief is zeven en een half uur niets zitten
doen niet meteen een optimale tijdsbesteding. Maar, is dat niet een zeer
eendimensionale visie op tijd?
Tijd is ook een
proces
Niet in de betekenis
van een juridisch proces (hoewel onze denkende geest geen kans onbenut laat om de
tijd te benutten om te oordelen, over onszelf en de anderen.) Het is een proces
in de betekenis van een bijvoorbeeld een gistingsproces dat druiven omzet tot
wijn of een oxidatieproces dat ijzer omzet in roest. Een proces dat wonden kan
helen of doen etteren. Dat emoties kan verzachten of versterken, gedachten kan
opfokken of dimmen.
Tijd is eveneens ruimte.
Een ruimte waarvan onze denkende geest meent dat die moet
gevuld worden, net zoals kranten hun pagina’s moeten vullen en radio- en
televisiestations hun zendtijd. Zo vullen we Facebook, Twitter of Pinterest. De
afgelopen jaren is de digitale ruimte die moet gevuld worden wel flink geëxplodeerd.
We komen tijd te kort. Raar toch dat we denken dat VRIJE tijd ook altijd GEVULD
moet worden.
Tijd is vooral
aandacht
De aandacht die ik geef aan de ruimte waarin het proces van
mijn leven zich afspeelt. Vanuit dit perspectief is het klinkklare onzin om te
spreken over de tijd die al achter mij ligt of de tijd die nog voor me ligt. De
tijd is alTIJD hier, ik ben alTIJD in de TIJD, dus ik ben de tijd…
Bij die gedachte hield ik tijdens de stapmeditatie glimlachend
halt midden in de Bosmans zaal. In mijn hoofd hoorde ik Louis Armstrong zingen “We
have all the time in the world.” In mijn ooghoeken zag ik hoe mijn Metanoia
fellows traag, bewust, gedisciplineerd en plechtstatig voortschreden. Zouden
zij Louis ook kunnen horen?