Excuus voor deze schijnbaar vrijpostige vraag. Het gaat hier niet om je pipi, wel om het bijzondere getal Pi (). Björn Prins (of moet ik zeggen: professor Prins?) gebruikte in zijn inleidende lezing aan de start van onze Stiltedag dit getal als metafoor voor het herkennen van patronen.
Het bijzondere is dat bij elke cirkel de verhouding tussen de diameter en de omtrek altijd uitkomt bij het getal pi. Een getal dat eindeloos doorgaat na de komma en waar geen logische structuur in te herkennen valt.
Wetenschappers hebben ontdekt dat er ook in de golvende wolk van de duizenden dansende spreeuwen bij valavond een vast patroon te herkennen valt, dat men kan omschrijven aan de hand van drie parameters.
Patronen herkennen
Zo is het ook met onze geest: eens wij de stilte toelaten (op zich al een moedige daad) ontdekken we onvermijdelijk bepaalde patronen in onze geest. Het zijn die patronen die ons leven aansturen. Die patronen zijn op zich noch goed of slecht: het gaat erom dat jij ze herkent en ze bekijkt als een neutrale observator. Dan heb je de ruimte en de vrijheid om te zien of die patronen je helpen of je net remmen.
Druppelsgewijs
Dat doen we door onze geest aan het mindfulness infuus te leggen en druppelsgewijs tot inzicht te komen.
Druppelgolf 1 is het stoppen en landen met behulp van de focus op de ademhaling in de zitmeditatie of de beweging van de voeten in de stapmeditatie, om de geest te concentreren en scherper te stellen. Dat kan zorgen voor de nodige rust en ontspanning. Uit ervaring weet ik dat dit geen lineair proces is. Soms komt de concentratie snel, soms wordt ze voorafgegaan door onrust en woelingen. Discipline is het ordewoord: niet opgeven, maar blijven terugkeren.
Eens dit stadium bereikt is er een soort “breekpunt” om dan druppelgolf twee toe te laten: het blijven kijken, mild en zonder oordelen om op die manier inzicht te krijgen in de patronen en de processen in je geest. Bij mij was er het terugkerend patroon van het ervaren van mijn lichamelijke beperkingen. Ik ben nu eenmaal geboren met te korte spieren, waardoor ik onmogelijk in de elegante, edele lotushouding kan zitten zoals de andere Metanoia Fellows rondom mij, waardoor ik ook moet passen bij de yoga oefeningen en waardoor ik in de stapmeditatie niet op blote voeten kan lopen, maar wel bij elke stap de pijn ervaar van mijn hardnekkig hielspoor (gevolg van een te korte achillespees). Hielspoor waarvan de mogelijke behandelingen (bv. electroshocks) beperkt zijn door mijn pacemaker en andere dan weer risicovol zijn door mijn bloedverdunners.
Soms stond het wenen me nader dan het lachen. Was dat wenen een patroon van zelfbeklag? Is mijn leven echt zo beperkt zoals dat patroon mij voorhoudt? Door te blijven kijken, opnieuw en opnieuw, zag ik een ander patroon opborrelen (een andere wolk vrolijk dansende spreeuwen) waarvoor ik dankbaar ben: mijn creatieve, scheppende geest. Ik ervoer de vreugde van mijn nieuwe boek waar ik na maanden werken naar uitkijk en dat op 14 oktober aan de pers voorgesteld zal worden. Ik zag opnieuw het cadeau dat ik heb gekregen van de 22 mensen met kanker die hebben meegewerkt, een cadeau dat ik op mijn beurt mag doorgeven aan (hopelijk) veel andere mensen.
Dan was ik klaar voor de derde groep druppels: dan kon ik luidop (in mijn gedachten) JA schreeuwen, de beperkingen accepteren en loslaten, de bevrijdende ruimte ervaren en dankbaar genieten van mijn scheppende geest.
Dank aan Björn voor zijn inleiding in de Hogere Wiskunde van Mindfulness. Dank aan de andere Metanoia Fellows (nieuwkomers en oudgedienden): wat mij betreft is ons nieuwe Stilte Schooljaar mooi gestart. Zeker ook door de verrijkende dialoog aan de vooravond over de balans tussen kracht en kwetsbaarheid. En natuurlijk door het heerlijke septemberweer, waardoor de Stiltehoeve een ware Tuin van Eden was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten