woensdag 13 juli 2016




Mijmeringen bij een zeepbel

Zoals veel kinderen zijn ook onze kleinkinderen dol op zeepbellen blazen. Terwijl ik dit frivole spel aanschouw, waarbij de kinderen de dansende bellen achterna hollen,  maak ik me de bedenking dat er misschien wel een gelijkenis is met mijn denkende geest.

Lijkt de stroom aan gedachten die mijn geest zo welwillend produceert niet op de zeepbellenstroom? Ze drijven weg, zijn leeg van binnen en lossen op een bepaald moment vanzelf op in het ruimere niets.

Hoe harder de kinderen blazen, hoe meer bellen.
Hoe harder de tegenwind in mijn leven, hoe meer gedachten.

Het is een heerlijk bevrijdend gevoel te beseffen dat ik er niet hijgend hoef achteraan te hollen; die bellen zijn leeg en ze verdwijnen vanzelf.

Just let it be.

maandag 20 juni 2016




Schrijf je eigen soap

Mijn krant wist me te melden dat Thuis zijn laatste week ingaat op één. Dat er enkele cliffhangers in de lucht hangen om de zomer in spanning te overbruggen (waardoor sommige onverlaten wellicht gaan hopen dat het gauw weer herfst wordt) en dat er na de zomer zelfs enkele centrale figuranten uit de serie zullen geschreven worden.  

Ik ben maar vaag verwant met Thuis, via mijn vrouw die een trouw Thuislid is en die mij af en toe op de hoogte houdt van het verhaal. De paar keer dat ik zelf heb gekeken kostte het me telkens een paar nieuwe pantoffels, versleten door mijn gekrulde tenen. Het blijft me verbazen hoe gewillig volwassen mensen bereid zijn om –dag na dag- als gewillig kijkvee mee te gaan in de kronkelende verhaallijnen die de scenaristen hen voorschotelen. In vaktermen heet dat “supension of disbelief”: gewoon het (kritische) verstand op nul en je brein bolwassen met sunlight soap.

Een mentale aandoening?
Als amateur psycholoog ben ik geneigd dit onderdanig gedrag te catalogeren onder één van de mentale aandoeningen van deze tijd: de Hang naar Escapisme. De echte wereld is zo verwarrend en onzeker en we zijn zo bang geworden van onze eigen schaduw dat we wegvluchten in verhalen. Of de werkdag heeft ons zo mentaal afgemat dat we het verstand op nul zetten en suf knabbelen op deze smaakloze kauwgom voor de ogen.

Wat zou er gebeuren?
Dan stel ik me de naïeve vraag: hoe zou de wereld (of minstens die kleine vlek op de wereldbol die we Vlaanderen noemen) er uit zien als elke avond één miljoen mensen een half uurtje de tijd zouden nemen om –na het bekijken van Thuis of Familie of Komen Eten- hun eigen soap van die dag neer te pennen? Eens even in “ ’t eigen hert te kijken”: welke verhalen heb ik vandaag beleefd? Wat waren mijn verwachtingen bij het ontwaken? Hoe heb ik mijn huisgenoten begroet? Hoe is ons gesprek verlopen? Hoe hebben we afscheid genomen? Hoe heb ik gereageerd op de file of op de overbuur op de bus, trein of tram? Wat heb ik verteld (of bewust verzwegen) aan mijn collega’s?  Welke meningen heb ik me gevormd over mijn baas, collega’s, klanten? Enfin: stof genoeg vermoed ik om een paar A-viertjes te vullen. Een kort moment van zelfreflectie. Amper dertig minuten. Daarna is er ongetwijfeld nog voldoende tijd om te reflecteren over het lot van Simonneke, Frank, Jenny en anderen.  En wat zou het effect zijn op onze relaties als we deze zelfreflecties nadien ook nog laten lezen door onze huisgenoten? Als we hen laten kennismaken met de scenarioschrijvers in ons hoofd?

Als Franky Kaat kan worden…
Ik ben reuze benieuwd hoe de wereld er dan zou uitzien. Misschien groeit wel het besef dat wij ook dag in dag uit verhalen schrijven in ons hoofd en dat wij, net zoals de vindingrijke scenarioschrijvers van Thuis, alle vrijheid hebben om die verhalen te herschrijven en een drastische nieuwe wending te geven. Even drastisch als Franky die Kaat kan worden. Die zelfreflectie is misschien een prima remedie om een tweede mentale aandoening van de Westerse mens te bekampen: het gebrek aan training van onze Mentale Veerkracht, net omdat wij voortdurend vluchten voor onze innerlijke storm en het niet aandurven om die storm recht in de ogen te kijken.


’t Is maar een idee van een utopische maar oprecht bekommerde dromer.

woensdag 1 juni 2016

19 jaar meditatie-ervaring in 1300 woorden



19 jaar meditatie-ervaring in 1300 woorden

Mijn eerste meditatiesessie was op 21 maart 1997. Ik weet de datum nog zo goed omdat die dag nu eenmaal de lente begint. Wist ik veel waar die eerste schuchtere stap me heen zou voeren. Ik begon met TM (transcendente meditatie). Met behulp van een mantra breng je de geest tot rust en hoop je zo het denken te overstijgen. De techniek is een soort rustgevende douche voor de geest, wat zeker zijn waarde heeft.
Later ontdekte ik via Jack Kornfield de vipassana meditatie, wat naar mijn mening een rijkere praktijk is omdat dit nuttig is op het moment zelf dat de modder je om de oren vliegt. Je hoeft niet te wachten tot je later op de dag een douche kan nemen.
De vipassana meditatie vormt de basis van wat vandaag gemeenzaam mindfulness wordt genoemd.
Mijn hoogst persoonlijke (en dus wellicht niet veralgemeenbare) ervaring van 19 jaar meditatiepraktijk wil ik hier graag met je delen.

Invloed van tijd en ruimte

De plek waar ik mediteer en het tijdstip waarop ik mediteer hebben een invloed op mijn meditatie-ervaring.

’s Ochtends is mijn geest zeer alert (wellicht omdat ik mezelf meestal voldoende uren slaap gun), waardoor ik vaak overvallen wordt door een ideeënorkaan.

’s Avonds is mijn geest (en ook soms mijn lichaam) vermoeider, waardoor ik iets meer wilskracht moet opbrengen om te gaan zitten in plaats van willoos voor tv te blijven hangen (en me over te geven aan wat Jon Kabat-Zinn “kauwgom voor de geest” noemt. En iedereen weet dat kauwgom niet echt voedzaam is.) Meestal ervaar ik dat mijn avondmeditatie lijziger verloopt, maar dat ik me na de sessie doorgaans kwieker en energetischer voel dan voordoen.

Als ik buiten in de tuin mediteer is de ervaring helemaal anders dan in mijn vertrouwde meditatiekamer. De tuin is een orgie van geluiden (het klateren van de borrelsteen aan de vijver, het gekir en gekwetter van duiven en vogels, het gezoem in de verte van het verkeer op de ringweg). Soms heb ik de indruk dat mijn lichaam en mijn geest één worden  met de natuur, zoals een suikerklontje oplost en één wordt met de kop koffie of thee.

Het feit of ik alleen oefen of samen met anderen heeft eveneens een invloed op de ervaring. Als wij met ons groepje van de Metanoia Mindfulness Fellows (waarvan ik de meesten amper ken) een hele dag in stilte samenzitten in de knusse, intieme Zendo in de Stiltehoeve in Damme, ervaar ik zelfs met gesloten ogen de energie die in de kamer vibreert. Als ik bij de stapmeditatie vanuit mijn ooghoeken zie hoe mijn tochtgenoten, elk op hun manier, op hun eigen tempo en met hun eigen stijl, in stilte door de ruimte schrijden, ervaar ik een sterke verbondenheid. Wij zijn lijfelijk en geestelijk één in ons zoeken naar vrede en aanvaarding van onszelf. Het is letterlijk een stille vredesmars, zonder slogans of protestborden. Het is een tocht om de vrede in onszelf te vinden.

Hulpmiddelen helpen

Vroeger mediteerde ik bijna uitsluitend zonder auditieve begeleiding en dan was het vaak moeilijk om de discipline op te brengen om te gaan zitten. Ik gebruikte enkel af en toe de CD’s van Jon.
Het ontdekken van enkele meditatie apps heeft mijn meditatiepraktijk duidelijk versterkt. Aanvankelijk gebruikte ik enkel buddify, wat leuk is omdat je via een menu kan kiezen welk soort meditatie het best aansluit bij je  situatie op dat moment: ontwaken, gestrest, in de natuur, een werkpauze, hevige emoties…

Sinds Björn mij de Insight Timer aanraadde is dat mijn vaste meditatie tochtgenoot. Ik hou van deze app om meerdere redenen. Ik kan bij elke sessie opteren of ik een begeleide (guided) mediatie doe of dat ik kies voor een van de 5 door mijzelf vooraf ingestelde meditatietijden (3 minuten, 10 minuten, 15 minuten, 20 minuten, 30 minuten) met de door mij gekozen start- en eindgong. Voor de begeleide sessies is er een rijk aanbod aan verschillende soorten oefeningen in verschillende talen (ook Nederlands). Van de zeer esoterische, bijna hypnotiserende sessies met zweverige muziek (niet echt my cup of tea), tot de zeer intense inzichtelijke oefeningen. De mens is wat hij is en hij houdt nu eenmaal van variatie en ontdekken. Ik heb zelf een tiental van mijn SLOW oefeningen op de Insight Timer gezet.

Ook leuk aan de Insight Timer is dat ik kan zien hoeveel mensen er op dat eigenste moment met mij aan het mediteren zijn en of daar vrienden bij zijn. Ik ben ook aangemeld bij een drietal groepen: de groep van de Itam trainers, de groep van de Metanoa Mindfulness Fellows en mijn eigen SLOW tochtgenoten groep. Als trainer is het bemoedigend te zien wie van je tochtgenoten regelmatig oefent, welke oefeningen ze gebruiken om op die manier zelfs nieuwe oefeningen te ontdekken.
Deze “digitale” verbondenheid is voor mij een extra stimulans en ik ervaar dat ik nu veel regelmatiger (kort of lang) oefen.

Het feit dat de Insight Timer mij de kans biedt om de statistieken van mijn meditatie “prestaties” te raadplegen is leuk, maar ik gebruik het amper. Het is gaat wat in tegen de geest van het niet-streven, toch één van de essentiële kwaliteiten van de mindfulness praktijk.  

Modderbad of parelsnoer?

Zelfs met een vrij regelmatige meditatiepraktijk, is het telkens een open vraag hoe de sessie zal verlopen. Ik voel wel dat ik na al die jaren een fundament heb ontwikkeld waar ik kan op terugvallen. Dat is mijn mindfulness baseline. Die “matras” is in vergelijking met vroeger duidelijker aanwezig en dat geeft toch wel een zekere gemoedsrust. Ik weet dat, zoals hoger gezegd, de context (tijd en plaats) en mijn gemoedsgesteldheid op dat moment invloed hebben op hoe de sessie zal verlopen. Toch waag ik de sprong in het onbekende omdat ik weet dat die matras er is.

Dat ervaar ik zeer duidelijk tijdens onze zes wekelijkse stiltedag met de Metanoia Mindfulness Fellows. Vier jaar geleden toen we er mee begonnen was er bij aanvang de bezorgdheid: ga ik dit aankunnen. Nu kijk ik telkens nieuwsgierig uit naar wat dit stiltebad mij zal brengen. Ik weet intussen dat dit proces van verstillen en vertragen onvermijdelijk leidt tot verdieping (de V3 trap). De verrassing is te zien wat ik in die diepte zal aantreffen: een aantal oesters met stralende parels waarvan ik een mooi snoer kan maken of een dikke laag plakkende modder?

De uitdaging bestaat erin niet te starten met het verlangen om weer een parelsnoer te vinden en als ik er een vind om me er niet aan te hechten. Net zo  min als om te starten met de hoop dat er geen modderbad zal zijn en zeker niet aan modderworstelen te doen als dat wel zo is.

De mindfulness kwantumsprong

Vooral bemoedigend is de ervaring dat ik er af en toe toch in slaag om de mindfulness kwantumsprong te maken en de mindfulness valkuil te vermijden.
De minfulness valkuil is, als dingen niet lopen zoals gewenst, tegen mezelf zeggen: ik wou dat ik nu al op mijn kussen of mijn stoel kon zitten om in de perfecte omstandigheden hieraan te ontsnappen.

De mindfulness kwantumsprong is beseffen dat- en de vaardigheid hebben om net op het moment dat de dingen niet lopen zoals ik had gehoopt, mijn vleugels te spreiden om dan als een arend hoog in de weidse ruime van mijn geest te kijken naar wat ik nu ervaar (eerste vleugel) en hoe ik reageer op die ervaring (tweede vleugel).

Een anekdotisch voorbeeldje: in één van de SLOW-oefeningen die ik op de Insight Timer heb gezet is op een bepaald moment in de achtergrond een “ping” hoorbaar van een mail die blijkbaar op mijn pc binnenkwam toen ik de opname maakte. In de commentaren las ik dat een dame uit Nederland zich enorm ergerde aan dit “storend” (sic) geluid.

De les van de stalactieten en de stalagmieten

Ooit de groten van Han (of een andere grot) bezocht en vol verwondering gekeken naar de prachtige kunstwerken die het insijpelend water, druppeltje voor druppeltje gebouwd heeft?
Zo werkt ook je mindfulness meditatie: elke sessie is een druppeltje waarvan het effect op dat moment bijna onmerkbaar is. Maar als je na aan aantal jaren terugkijkt besef je de rijkdom en de diepgang van deze schijnbaar banale praktijk van nietsdoen.
Daarom mijn advies: blijven oefenen, of zoals ze in Gent zeggen, nie pleuje!
Van harte

Erik

woensdag 25 mei 2016

Ik geloof in de kracht van het geven



Elke dag kan ik zoveel geven :
waardering
erkenning
een glimlach
mijn aandacht

....

maandag 2 mei 2016

Another day in Paradise




Dat was mijn antwoord op de vraag van Björn hoe de Stiltedag voor mij geweest was. Ik weet dat dit pretentieus kan klinken, maar wat ik er echt wil mee zeggen is dat er ruimte en rust was, hoewel mijn fantasierijke geest me regelmatig overviel met “creativity attacks”. Zo is mijn denkende geest nu eenmaal: altijd op zoek naar een nieuw idee, een bijzondere invalshoek.

Parelende geest
Ik vergelijk mijn denkende geest vaak met een glas parelende champagne (of Cava, als je prijsbewuster koopt.) De parels komen uit het niets en verdwijnen in het niets. Daar heb ik geen enkele controle over. Het is de modus waarmee ik naar die bubbels kijk die het verschil maakt. Elke bubbel volgen van bij het begin tot het einde is een onmogelijke taak. Net zo min als ik sommige bubbels kan tegenhouden. Elke bubbel beoordelen op zijn grootte, vorm of snelheid is eveneens een onmogelijke en dus zinloze taak. Door het glas voldoende ver van mijn ogen te houden zie ik een stroom aan bubbels, met daaromheen veel meer bubbelloze ruimte.

Björn had als thema het “zelf” gekozen. Aandacht hebben voor de vele “zelfjes” die zich ongevraagd manifesteren. En het besef dat er geen über Zelf is. Door met openhartige, milde aandacht te kijken word ik me bewust van de ruime bühne van het bewustzijn waarop de zelfjes (lijkt op elfjes) hun rolletje spelen.

Scenarioschrijvers
Ik noem die zelfjes mijn scenarioschrijvers. Ik ben er inmiddels achter (na 63 jaar studeren aan de School of Life, zonder ook maar 1 dag te spijbelen) dat iedere mens scenarioschrijver is in bijberoep.
Ik maak van mijn scenarioschrijvers figuurtjes, met een naam en een foto. Zo is er Speedy Gonzales, mijn ongeduldig zelfje dat zich opwindt als de zaken niet snel genoeg vooruit gaan, als de auto voor mij aan de verkeerslichten enkele seconden te lang aarzelt als het licht op groen springt. Of mijn Paul McCartney zelfje dat “please, please me” zingt omdat het overtuigd is dat het pas gelukkig kan zijn als iedereen hem lief vindt.
Tijdens de afgelopen stiltedag was vooral mijn Einstein zelfje bijzonder actief: mijn nieuwsgierige geest die onophoudelijk zoekt naar nieuwe inzichten en grotere verbanden.

De wijsheid van mijn lichaam
Zo werd ik mij sterk bewust van de wonderbaarlijke rijkdom van mijn ademhaling. De tastbare wijsheid van mijn lichaam  dat weet wanneer het weer moet beginnen met inademen, hoe lang het moet inademen om dan na een kantelpunt de verse lucht niet krampachtig vast te houden, maar weer los te laten. Stel je voor dat mijn  lichaam zich zou gedragen als mijn denkende geest, die vaak denkt in termen van “niet genoeg” (niet goed genoeg, niet rijk genoeg, niet succesvol genoeg…) Dan zou mijn lichaam blijven inademen tot mijn longen barsten of zou het minstens de ingeademde lucht vasthouden en opeisen als een “verworven recht” (I, me, mine).

Ik las ergens dat Paul Ekman, de grote expert in de studie van emoties via de gelaatsuitdrukking, aanvankelijk zijn twijfels had bij de mindfulness oefeningen, tot hij besefte dat net het leren observeren van een basale lichaamsfunctie als de ademhaling, waar je verder nauwelijks invloed op hebt, je traint om ook het komen en gaan van je emoties, waar je evenmin invloed op hebt, te observeren zonder er meteen door meegesleurd te worden.

De Metanoia haven
Ik zag die dag 17 zeer verschillende mensen waarvan de meesten mekaar enkel oppervlakkig kennen, maar die alvast één zaak gemeen hebben: de discipline en de intentie om in stilte en respect voor mekaar te kijken naar hun binnenkant. Om even niet tijdelijk weg te vluchten in het doen, het plannen, het oplossen, het discussiëren.

Ik zag het beeld van 17 zeilbootjes die een dag lang in stilte liggen dobberen in de rust en de veiligheid van de Metanoia haven. Sommigen om de averij aan hun boot te repareren, anderen om oog in oog te staan met de vele zelfjes die zich (soms als verstekelingen die men nu pas ontdekt) in het ruim ophouden, anderen om de schijnbaar vertrouwde boot nog beter te leren kennen.

Om vijf uur verlieten we allen de Metanoia haven met bolle zeilen en met de intentie om de rust mee te dragen en te delen met de anderen die we zullen ontmoeten op de stormachtige Oceaan daarbuiten.