Dat gebeurde tijdens onze Stiltedag samen met tien andere Metanoia
Mindfulness Fellows. We begonnen de ochtend met een stapmeditatie. Toen ik zo
bewust rechtop ging staan in de prachtige Phil Bosmans zaal en ik door de ramen
het weidse polderlandschap zag en het vertrouwde profiel van de kromgebogen populieren,
kwam spontaan de gedachte bij me op: “Ik ben benieuwd hoe het vandaag zal zijn
om Erik Van Vooren te zijn”? Een dag van zwijgen, voelen van het lichaam en
kijken en luisteren naar de stemmetjes in mijn hoofd.
Stapmeditatie als uitdaging
De avond voordien hadden we ook al een korte stap- en
zitmeditatie gedaan met de vier mensen die al aangekomen waren. Iemand merkte
bij de nabespreking op dat het stappen ’s avonds voor haar meer beklemmend was
dan het stappen overdag. Het is effectief zo dat het uitzicht door de ramen
wegvalt. Buiten is alles zwart en in dat zwarte kader zie je enkel je eigen
spiegelbeeld gereflecteerd. Er is geen landschap, geen ruimte om in te vluchten.
Zelf melde ik aan Björn dat de stapmeditatie voor mij altijd
het moeilijkste onderdeel is van de Stiltedag omdat er –in tegenstelling met de
zitmeditatie met gesloten ogen- nog zoveel extra prikkels binnenkomen. De
beelden van de kamer, de andere mensen, het bewegen van het lichaam. In die zin
ligt de stapmeditatie dichter bij de dagelijkse werkelijkheid dan de
zitmeditatie.
Bij het stappen heb ik meer moeite om mijn aandacht gefocust
te houden. Ik begin met de beweging van de voeten te benoemen als rechts gaat
voor, links gaat voor, enz. Als ik dan vaststel dat mijn aandacht gekaapt word
gebruik ik een andere manier van aandacht geven om de beweging te observeren:
belasten (druk zetten op de ene voet), bewegen (naar voren brengen van de
andere voet) en balans (beide voeten op de grond); soms maak ik die beweging
nog fijner en benoem ik belasten & bevrijden (omdat het belasten van de ene
voet automatisch gepaard gaat met een drukvermindering op de andere voet), bewegen
en balans. Onvermijdelijk gaat mijn denkende geest -zonder dat ik het merk- weer
met mijn aandacht aan de haal. Dan gebruik ik de ademhaling als hulpmiddel: bij
inademen de voet opheffen, bij uitademen de voet neerzetten. Als ik dan weer
afdwaal verruim ik mijn aandacht tot het voelen van het lichaam dat in de ruimte
beweegt: voeten, benen, knieën, heupen, borstkas, hoofd.
Niet streven?
Björn gaf als opmerking dat die aanpak best OK is, maar dat
er toch onbewust een streven onder schuilt: ik wil persé dat mijn aandacht hier
blijft. Daarom stelde hij voor dat ik eens zou experimenteren met het opmerken
dat de geest weg is, zonder die meteen terug in het gareel te willen brengen.
Dat deed ik dan de volgende dag. De dag die begon met de
vraag: “Ik ben benieuwd hoe het vandaag zal zijn om Erik Van Vooren te zijn?”
Ik stapte en merkte op dat mijn geest weer aan het dolen
was. “Prima,” fluisterde een stemmetje in mijn hoofd, “ik heb het opgemerkt, en
dan? Et alors?” Dat was een bijzonder ingrijpende ervaring, ook al omdat er na
die “et alors” een doodse stilte volgde. Geen antwoord. Ik bleef als aan de
grond genageld staan. Vertwijfeling: Wat doe ik hier eigenlijk?????? Waartoe
dient dit? Waar leidt dit naartoe?
In de namiddag intervisie vertelde ik Björn over mijn
ontmoeting met Mitterrand. Waarop Björn antwoorde: “ja, et alors? You have hit rock bottom, my
friend. Is dit niet de existentiële vraag? Kijk wat zich aandient.”
Bij de volgende stapmeditatie kwam Mitterand onvermijdelijk
weer op mijn pad. Ik stond stil en luisterde naar de stilte, de leegte die
volgde op de vraag…. Ik hield op met denken en voelde me een deel van die stilte,
een deel van die ruimte. Het werd uiteindelijk een bijna kosmische ervaring want
dat wat men Erik Van Vooren noemt, voelde zich één met alles.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten