Maanden geleden heb ik toegezegd om een lezing
te houden in het Boeddhistisch Centrum Ehipassiko in Antwerpen. Paul van
hooydonck had het een paar keer zo vriendelijk gevraagd dat ik uiteindelijk niet
meer kon weigeren. Plus: ik was zelf ook wel benieuwd om een nieuwe stap te
zetten op mijn pad als Spirituele Zwerver.
Ik voelde me als een misdienaar die gevraagd
wordt om een conferentie van kardinalen toe te spreken, of -om het met een meer
actueel beeld te schetsen- als een hobbykok die mag optreden voor Jeroen, Piet
en Peter. Wat kan ik die mensen die vertrouwd zijn met de boeddhistische
filosofie nog bijbrengen, vroeg ik me af. Paul stelde me gerust: enkel een
klein deel van de deelnemers zouden ervaren mediterenden zijn.
Connecting
the dots
Bij de voorbereiding besliste ik om mijn
lezing over “Meer SLOW, minder stress” te beginnen met een inleidend verhaal.
Ik liet me daarbij inspireren door de magistrale Stanford commencement speech
van Steve Jobs. (Als je die nog niet hebt beken op youtube, doe dat dan
onverwijld. Ik beloof je 20 minuten authentieke, inspirerende levenswijsheid.)
In die speech vertelt Steve over zijn eigen pad samengevat in drie thema’s: connecting
the dots, love and loss en death. Ik zou me beperken tot “connecting the dots”
om aan te tonen dat het pad dat ik nu volg, onbewust al aanwezig was in wat ik
daarvoor heb gedaan, zowel professioneel als privé.
Met de nieuwe powerpoint op mijn pc – en een
koffer vol boeken om die avond te verkopen, want het Boeddistisch centrum
betaalt de sprekers enkel een kleine symbolische vergoeding - nam ik de trein
naar Antwerpen. Ik was veel te vroeg ter plaatse: tijd dus om in de buurt (die
ik totaal niet kende) op zoek te gaan naar een terrasje. Het was immers een
aangename septemberavond. Zo belande ik op het Dageraadplaats: een ware
ontdekking, deze bruisende plek vol spelende kinderen, keuvelende ouders -met
en zonder hoofddoek- en een overdaad aan drukbezette terrasjes. Doordat ik ja gezegd had op de uitnodiging
van Ehipassko zat ik hier, ongepland en met een glaasje Bionade in de hand, het
leven van de grootstad vanop een aftand te aanschouwen: heerlijk. Het spektakel
van geluiden, kleuren, lijven en gezichten bracht me in een soort zenachtige
toestand. Ik dacht zelfs even dat ik op Washington Square zat in New York .
Aangekomen in het Boeddhistisch centrum werd
ik vriendelijk begroet en begeleid naar het zaaltje op de derde verdieping. Uit
de Cd-speler weerklonken de repetitieve klanken van monotone mantra’s. De zaal
vulde zich langzaam met een zestigtal zwijgende mensen. Ik was blij verrast
door de grote opkomst op deze nazomerse vrijdagavond.
Om 20u precies stopte Paul de Cd-speler en was
er 10 minuten stilte alvorens ik kort werd ingeleid. Wat een contrast met de
context van mijn vorige speech, een week eerder, in de gebouwen van Flanders
Expo. Toen weerklonk bij de start de opzwepende song Happy van Pharrell Williams door de speakers, terwijl de mensen
luidruchtig zaten te praten en misschien al uitkeken naar de afsluitende
netwerkborrel.
Totaal anders hier in Antwerpen. In een serene
sfeer van rust en stilte mocht ik mijn verhaal brengen. Het koste me meer
moeite dan gewoonlijk om in interactie te komen met de toehoorders. Als ik
weinig of geen respons krijg van mijn publiek voel ik me altijd wat onzekerder.
Gelukkig was ik me bewust van die onzekerheid en kon ik ze ook de nodige ruimte
laten. Zo kon ik wellicht vermijden dat ik aan overacting zou doen om toch maar
reacties te “voelen”. Want misschien voelen die mensen zich net goed in hun rol
van zwijgzame toehoorders?
Die avond drong het (opnieuw) tot me door hoe
een lezing altijd een fifty-fifty gebeuren is. De ene helft hangt af van je
eigen voorbereiding, de andere helft van de context. De ruimte, het licht, de
temperatuur, de geur, de sfeer in de zaal, wat er voorafgegaan is of wat er nog
volgt, de verbinding (of het ontbreken ervan) tussen de toehoorders: allemaal
factoren waar je als spreker geen invloed op hebt maar die wel bepalend zijn
voor de “sfeer” waarin je werkt. Ik besef dat ik ongetwijfeld nog moet zoeken en
groeien om de juiste balans te vinden om als enterTrainer een dergelijk meer ingetogen
thema te behandelen.
Stay hungry, stay foolish.
Je bent nooit te oud om te groeien en te leren.
De laatste verrassing die avond was een
toevallige ontmoeting toen ik om 22u10 plaats nam op een bank op het perron in
Berchem station. Wellicht had ik onbewust een zucht gelaten toen ik mee
neerzette: de vermoeidheid van de lezing in combinatie met de voettocht, het
sleuren met de koffer van de Korte Altaarstraat over de Draakplaats, door de
prachtige Cogels-Osylei naar het station plus het feit dat ik op een paar
minuten na de trein van 22u08 naar Gent gemist had.
“Het was blijkbaar ook een lange dag voor
jou,” zei het meisje dat naast mij op de bank zat. Die woorden van mededogen
raakten me en er ontstond een kort gesprekje. Zij was pas een week aan de slag als stagiaire bij een selectiebureau
in Brussel. Lange dagen: om 6u30 op weg en meestal pas om 20u30 terug thuis. Haar
eerste ervaring met de bedrijfswereld was ontnuchterend. Vanavond had ze zich
in Brussel Noord van trein vergist waardoor ze
nu via een omweg in Berchem een trein terug naar Mechelen moest nemen.
Ze sprak zo spontaan en vanuit het hart. Toen ze opstond om haar trein te nemen
gaf ik haar een boek uit mijn koffer. Ik zag dat ze bij het plaatsnemen op de
trein meteen in het boek begon te bladeren. Toen de trein het station uitreed
stak ze haar duim naar me op. De dankbare glimlach op haar gezicht deed alle
vermoeidheid uit mijn lichaam wegvloeien. ’s Anderendaags kreeg het gezicht ook
een naam toen ze me via LinkedIn vroeg om te connecteren.
Ik heb onlangs op TED een lezing gehoord waarin
iemand vertelde dat elke schijnbaar banale ontmoeting de kiem bevat om een
betekenisvolle ontmoeting te zijn. Denk maar aan de mooie verhalen die Arnout
Houben weet te sprokkelen in zijn weg naar Compostella. Doordat ik “ja” gezegd
heb op de uitnodiging van Ehipassiko en zo mijn comfortzone heb verlaten, heb
ik die vrijdag drie mooie verrassingen beleefd.