woensdag 26 november 2014

Burn-Out kooktips van prof. Elke Van Hoof

Gekookte hersenen, gekookte kikkers, een kip zonder kop en een blikje cola: dat zijn de hoofdingrediënten die ik heb onthouden uit het gastcollege over stress en burn-out: feiten en fictie, van  prof. Elke Van Hove aan Kulak.

Eerst enkele feiten

  • In Europa heeft gemiddeld 12 à 15 procent van de mensen last van teveel stress. En dat percentage is stijgend.
  • De wereldgezondheidsorganisatie wijst erop dat in 2020 de mentale gezondheid de grootste oorzaak zal zijn van ziekteverzuim in de westerse wereld.
  • Werken word door 8 op 10 wel als eerder plezierig en vermoeiend ervaren, het probleem is het gebrek aan tijd om te recupereren.
  • Dat laatste heeft dan vooral te maken met de veranderde maatschappelijke en culturele context (24 op 7 wordt het brein geprikkeld) en de fysieke context (open space, lawaai...)
  • Door de voortdurende economische crisis en de bijhorde herstructureringen is het aantal mensen dat bezorgd is over het behoud van zijn job gestegen van 31% in 2009 tot 44% in 2014.
De voornaamste conclusie van Elke: we hebben een groot tekort aan downtime & time-out, waardoor ons brein niet meer kan recupereren.

Stress is niet het probleem
Er is niets mis met stress in ons leven. De meeste mensen hebben een beetje gezonde stress nodig om zich positief geprikkeld en goed te voelen.
Zonder stress is er geen innovatie, geen vooruitgang,  geen zelfontwikkeling.

We zijn gemaakt voor korte acute pieken van stress, die er voor zorgen dat we meer kunnen dan we denken. Ons draagvermogen wordt tijdelijke even uitgerekt. Belangrijk is dat er daarna weer rust intreedt. Stress zorgt namelijk voor de activatie van heel veel systemen in ons lichaam.Vanuit het stress respons centrum diep in ons brein gaan er signalen naar de bijnierschors, die zorgt dat er o.a. adrenaline en cortisol in het lichaam komen, wat dan weer een kettingreactie teweeg brengt in ons hart en bloedvaten, spieren, ademhaling, immuunsysteem...

Kip zonder kop en koude cola
Als die prikkeling van het stress respons centrum te lang aanhoudt, kan het gebeuren dat de verbinding met onze prefrontale cortex (die instaat voor het logisch denken en plannen) verbroken wordt. Dan gedragen we ons als een kip zonder kop, want ons gedrag wordt dan helemaal aangestuurd door een paniekerig stresscentrum. De macht over ons handelen hebben we overgelaten aan de diepere, basale lagen in ons brein. Op zo'n moment zijn we niet meer vatbaar voor rede.

Volgens Elke kunnen we de verbinding terug openen door tien minuten een ijskoud voorwerp (bv een koud drankblikje) met de beide handen te omklemmen. Die signalen dringen wel door in het diepere brein en dat zal de verbinding met het denkende brein herstellen.

Gekookte hersenen & kikkers
Die extreme stress respons is het gevolg van een gebrek aan downtime voor onze hersenen. We brengen als het ware onze hersenen aan de kook. Dat proces verloop uiterst langzaam, zodat wij of onze omgeving het niet opmerken. Zoals de kikker die zich levend laat koken, als we het water in de pan uiterst langzaam aan de kook brengen. Doordat we in onze hersen geen pijnprikkels hebben krijgen we geen signalen dat er iets fout loopt. Tot het licht definitief uitgaat en onze hersenen hun noodkreet doorgeven aan alle mogelijke organen in ons lichaam: van hart over maag en rug.

Nood aan downtime
"Wie heeft de afgelopen week eens tijd genomen om NIETS te doen. Maar dan echt NIETS doen, zeker geen tv kijken, of magazines bladeren... Gewoon niets?" Van de enkele honderden deelnemers in de zaal staken maar een paar de hand op bij deze vraag. (Ik was er een van, want ik had die ochtend 40 minuten in stilte zitten mediteren.)

"Wie neemt de tijd om bewust het functie-niveau of de 'gezondheid' 
van de hersenen te evalueren?" 

Die vraag interpreteer ik als een oproep om te leren mediteren, hoewel Elke dat niet zo expliciet heeft benoemd.

Stress opvangen op de werkvloer?
Elke gelooft niet in een algemeen preventieplan tegen burn-out omdat de symptomen en de oorzaken te sterk verschillen van individu tot individu. Ze pleit wel voor een klimaat waarin stress bespreekbaar wordt gesteld, door sensibilisering. Daarbij raadt ze het volgende aan:

  • Herhalen, herhalen, herhalen: één sensibiliseringscampagne volstaat niet, je moet er blijvend aan werken
  • time out & downtime: biedt mensen de tijd en de ruimte voor enkele korte time-outs tijdens de dag
  • venting: voorzie ook momenten waarop men de stress met de collega's en leidinggevenden kan ventileren
  • stimuleer de zelfontwikkeling en de veerkracht van de medewerkers
  • let op je woordenschat: vermijdt woorden als ASAP, moeten, maar... (bv je bent goed bezig, maar...)
  • stimuleer een hogere betrokkenheid van de medewerkers
  • en sta tenslotte geregeld stil bij elk woordje in deze vraag: MOET. IK. DIT. NU. DOEN?
Voor jullie opgetekend op een dinsdagavond in een bombol auditorium van de KULAL in Kortrijk. Voorafgegaan door een piek van stress omdat mijn gps het liet afweten en google maps in mijn gsm de E.Sabbelaan niet kende.... Tien minuten te laat, en amper twee minuten voor aanvang vond ik toch nog een zitje in de zaal waar volgens de deelnemerslijst vooral veel mensen uit de zorgsector zaten.

maandag 24 november 2014

Hoe het prisma-perspectief mij helpt bij stress

Het inzicht dat ik hierna beschrijf, had ik deze zomer na een stapmeditatie, tijdens mijn stilte retraite in de Stiltehoeve Metanoia. Het viel me namelijk op dat de mentale processen tijdens de stapmeditatie buiten anders verliepen dan binnen en dat het ook een verschil maakte in mijn beleving als ik plots opmerkte dat ik er ook iemand anders in mijn buurt aan het stappen was. Ongetwijfeld is mijn inzicht niet origineel en hebben anderen dit misschien al beter geformuleerd. Voor mij was dit in elk geval een  tevreden moment van inzicht. Ik deel het via deze blog in de hoop dat het jou ook kan inspireren.
Dit inzicht helpt mij om te begrijpen waarom bepaalde situaties al of niet (bij mij of bij iemand anders) tot stress kunnen leiden. Net zoals een prisma het witte licht laat uiteenvallen in verschillende kleuren, zo biedt dit inzicht mij een instrument om de verschillende spectra van een situatie te belichten. Vandaar de naam: spectrum-perspectief. (Ik had het ook spectrum-bewustzijn kunnen noemen.)
Welke impact een situatie of gebeurtenis heeft op het gemoed van een persoon wordt naar mijn gevoel bepaald door drie factoren:
1. Wie ervaart de situatie?
2. In welke context gebeurt dit?
3. Hoe kijk je naar die situatie?
Wie ervaart de situatie?
Dat heeft in belangrijke mate te maken met je persoonlijkheidskenmerken, gecombineerd met je levenservaring. Een waardevol model vind ik de zogenaamde "Big 5" samengevat in het acroniem OCEAN.
- Openheid: in welke mate sta jij open voor nieuwe, onbekende situaties? Of gaat je voorkeur eerder uit naar het vertrouwde, bekende?
- Consciëntieus: ben jij een gedisciplineerde, punctuele, bezige bij of ben jij eerder flexibel, en easy going?
- Extravert: praat jij graag met anderen, wil jij altijd in gezelschap zijn of ben jij eerder teruggetrokken en observeer jij liever als anderen praten?
- Altruïsme: heb jij een sterke drang om altijd dienstbaar te zijn voor anderen of kan jij gemakkelijk afstand nemen van de noden van anderen?
- Nerveus: ben jij snel getresseerd of blijf jij van nature gemakkelijk rustig en kalm? 
Deze Big 5 zijn de fundamenten van je persoonlijkheid. Die liggen in zekere mate vast sinds je geboorte. Het is de genetische component van je persoonlijkheid. Ik weet inmiddels van mezelf dat ik hou van het nieuwe en het onbekende, dat ik vrij gedisciplineerd ben, eerder introvert,vrij altruïstisch (of zoals Hugo Camps het ooit meesterlijk zei: met een groot Moeder Theresa vlekje op mijn ziel) en dat ik ook vrij snel nerveus wordt.
In welke context gebeurt dit?
Dat heeft te maken met wanneer, waar en met wie een bepaalde situatie zich voordoet. Toen ik op de boekenbeurs rondliep zag ik een lange wachtrij met lachende mensen: ze schoven aan voor een handtekening van Kevin De Bruyne. Zet diezelfde mensen in een even lange wachtrij aan een bankloket of in de wachtrij voor een trein in vertraging en de situatie zal wellicht zeer anders zijn. Mensen houden niet van wachtrijen, maar toch zijn er altijd weer mensen die met plezier urenlang wachten om bijvoorbeeld de nieuwste iPhone te bemachtigen.
Uit ervaring heb ik geleerd dat ziekte een belangrijke context veranderaar is. Sterker nog is de impact van de dood, of van de nakende dood. Toen mijn vader op de palliatieve afdeling verbleef had ik de indruk dat daar meer levensvreugde heerste dan op een doorsnee werkvloer.
Context heeft ook te maken met wie er bij is of wie de situatie uitlokt. Toen mijn vrouw deze zomer onze kleinzoon van vijf uitwuifde riep hij lachend: "Oma, jij hebt flapperarmen", daarmee doelend op het overtollige vet op haar bovenarmen. Ik durf wedden dat oma minder uitbundig zou lachen als ik dezelfde opmerking zou maken. 
Wie er kijkt (persoonlijkheid) en de context (waar, wanneer en met wie) zijn factoren waarop jij doorgaans weinig of geen invloed hebt. Het verschil kan jij vooral maken door je manier van kijken te veranderen. 
Hoe kijk je?
Hoe kijk je naar jezelf (je zelfbeeld, je gevoelens en gedachten) en naar de context? Dat heeft vooral te maken met de kwaliteit van de aandacht waarmee je kijkt. En daar kan leren SLOW'en het verschil maken. Want tijdens het SLOW'en oefen je om met een bijzondere aandacht contact te maken met wat je ziet, hoort, denkt en voelt: namelijk met stabiliteit (= gefocust & rustig), vastberaden (= beslist & gedisciplineerd), openhartig (= nieuwsgierig & ontvankelijk) en mild (= minzaam en niet oordelend). 
Weten dat jij je manier van kijken kan veranderen is stap één. Het effectief leren vraagt  geduldig oefenen. Maar de vruchten lonen de moeite.