vrijdag 18 augustus 2017




Facebook: een digitale strooppot?

Hoe ’s werelds grootste database gebruik/misbruik maakt van drie menselijke zwaktes.


In de jaren tachtig beleefden de direct marketingcongressen en -symposia annex beurzen echte hoogdagen. De Britten hadden hun event in Wembley, de Duitsers in Wiesbaden, de Italianen in Milaan, de Nederlanders in Maastricht, de Fransen in Parijs en de Aussies in Darling Harbour, Sydney.

DM hoogmis
Maar er was maar één echte DM-hoogmis en dat was het International DM Symposium in Montreux. Op het toppunt midden de jaren tachtig kwamen elk jaar in april een paar duizend DM-professionals afgezakt naar de oevers van Lac Leman. Tot grote vreugde van de hoteliers, restaurateurs, barhouders en Walter Schmidt, de organisator. Ik heb me laten vertellen dat dit voor de lokale middenstand het meest rendabele event was qua besteding per deelnemer. De Finnen kwamen zelfs met vliegtuigen vol om er te genieten van de eerste lentezon en van de naar hun normen goedkope alcohol. (Na twaalf uur ’s nachts werd Harry’s Bar in het Montreux Palace Hotel zelfs omgedoopt tot de Finse Ambassade.) Wat Cannes is voor de reclamewereld, was Montreux voor de DM-wereld. Ik zeg wel: was, want niet alleen het prestigieuze Symposium in Montreux is ter ziele gegaan, ook Wembley, Wiesbaden, Milaan en Maastricht zijn verzwolgen in de nevelen van de (veranderde) digitale tijden.

Een droom in Montreux
Het was in Montreux dat ik op een avond met een Whiskey Sour in de ene hand en een sigaar in de andere (ja, ik rookte toen nog pijp en af en toe een goede sigaar) in Harry’s bar zat te filosoferen met mijn Amerikaanse collega Peter Rosenwald, toen hoofd van Wunderman Worldwide. We droomden dat er misschien ooit een dag zou komen dat er wereldwijd maar één database meer zou zijn, waarin we alle prospecten zouden terugvinden. Maar, voegden we er nuchter aan toe, dat zal ongetwijfeld een droom blijven, want het verzamelen van de gegevens, de data-entry en vooral het up-to-date houden zou een fortuin kosten. Nu, amper dertig jaar later, bestaat die database weldegelijk. Ze heet Facebook en de data-entry en data-update kosten niets, want de consumenten doen het gewoon zelf. Zeer genereus, met woord en beeld, met veel plezier en zeer frequent.

Aandacht en nieuwsgierigheid

De strooppot van Marc Zuckerberg is zo in trek omdat hij dankbaar gebruik/misbruik maakt van twee zeer menselijke zwakheden: enerzijds de honger van ons ego naar aandacht en anderzijds onze grenzeloze nieuwsgierigheid. Wat die eerste zwakte betreft: het blijft me verbazen hoe groot de drang is van mensen om aan de wereld te laten weten in welk hotel/restaurant/bar ze zich nu weer bevinden, met wie ze daar zijn, wat ze gegeten of gedronken hebben en wat ze daarvan vinden. Zelf voel ik niet meteen die drang om mijn leven te etaleren op dit soort forum, maar ik laat me wel meeslepen door die andere menselijke zwakte: mijn nieuwsgierigheid. Ik ben dus een Facebook gluurder. Af en toe druk ik dan op de like-knop, zoals een schoothond likjes uitdeelt om zijn baasje te behagen, zo wil ik mijn “vrienden” behagen (en soms ook troosten of bemoedigen). Met als gevolg dat ik op mijn beurt door Facebook begluurd word want mijn “likjes” laten een digitaal spoor na. Bovendien heb ik onlangs online een product besteld dat ik op Facebook zag. Dus Zückerberg gebruikt ook nog een derde menselijke zwakheid: de verleiding tot impulsaankopen. Kortom: het is bij Facebook zoals in Las Vegas: the casino always wins. En ik weet op dit moment niet goed wat de gevolgen zijn van zo’n machtig en rijk casino voor onze samenleving.